woensdag 24 september 2008

Reisverslag West Cuba


Welkom in het land van Fidel Castro en Ché Guevara, gekend om zijn zwoele salsa dansen, rum cocktails, varkensvlees, sigaren en oldtimers. Cuba, een land van mogelijkheden.
Ik heb een 11 daagse rondreis in Cuba gedaan: 7 dagen aan de westkant, 4 dagen aan de oostkant van Cuba en op het einde nog een driedaagse strandvakantie in Varadero.
Deze rondreis heb ik gedaan met Jetair. In totaal waren we met een groep van 33 mensen tijdens de rondreis aan de westkant en met een groep van 9 tijdens de rondreis aan de oostkant. Daarnaast was er nog een andere groep van 34 mensen die hetzelfde traject volgde in Cuba. Hiervan hebben 22 mensen het traject gedaan aan de oostkant. Het is een fantastische reis geworden en de ontdekking van Cuba schepte vreugde en plezier bij iedereen.

Onze verkenning van Cuba kan beginnen. Met “de boes door Coeba” zou onze reisleider Sined het zeggen in het Nederlands met een Duits tintje. We zijn bij aankomst met de bus richting Santa Clara gereden en zijn gestopt aan een boerderij met verschillende dieren waar we een “dranksje” hebben kunnen drinken. Blijkbaar was het West-Vlaams van onze reisleider ook niet zo slecht.

Het eerste wat opviel was dat je langs de weg veel lifters zag bijeenstaan op kruispunten, langs opritten van autostrades of onder bruggen met pak en zak. In Cuba heeft niet iedereen zelf een voertuig. Het liften in Cuba is een nationale sport. De vrouwen hebben meer succes om meegenomen te worden want er zijn meer mannelijke chauffeurs. De liftende mannen haalden maar hun geld boven en zwaaiden met een geldbriefje langs de autostrade om voertuigen te doen stoppen. Op sommige plaatsen was er een man met gele kledij aan die het liften een beetje coördineerde en begeleide. Men noemde hem de “amarillo” vanwege de gele kledij. Men betaald een kleine bijdrage aan hem en hij doet dan de voertuigen van de overheid stoppen. De voertuigen van de overheid zijn verplicht te stoppen en hij regelde dan het vervoer voor de lifters. Zo zie je voertuigen met massa’s Cubanen in de laadbak op de weg. Privé wagens zijn niet verplicht om te stoppen voor lifters, maar men zal U wel vreemd nakijken als U voorbijrijdt, terwijl U ruimte genoeg hebt in uw auto. Het liften is wel veilig in Cuba.

Fidel Castro controleerde tijdens de jaren van de revolutie het oosten, Raoul Castro het westen en Ché Guevara het centrum van Cuba.
In Santa Clara zijn we alles te weten gekomen over commandante “Ernesto Ché Guevara”.
Foto’s van Ché Guevara met zijn Jezus achtige trekken zijn wel overal op het eiland te zien.
Tijdens de jaren van de revolutie bevond hij zich in Santa Clara. Daar heeft hij met zijn medestrijders op 28 december 1958 een militaire trein doen ontsporen aan de spoorwegovergang. In deze militaire trein zaten militairen met veel munitie en wapens, die zou gebruikt worden als versterking in de strijd tegen de revolutionairen. Ché Guevara heeft met deze aanval wezenlijk bijgedragen aan het succes van de Cubaanse revolutie. De stad Santa Clara is daardoor zeer verbonden met de lievelingsheld van de Cubaanse natie.
Op de bewuste plek aan de spoorlijn zie je nu enkele ontspoorde wagons die dienst doen als museum over Ché Guevara. Daarnaast zie je ook een monument ter herinnering aan de overval. Toen hoorden we een ouderwetse verroeste en vooroorlogse locomotief aankomen op de spoorlijn. Deze maakte een fluit toon om aan te geven dat hij op komst was. Al het verkeer stopte voor deze locomotief, terwijl de slagbomen aan de spoorwegovergangen zelfs niet naar beneden gingen. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba. Meestal is er één spoorlijn en zie je geen slagbomen aan de spoorwegovergangen. Gewoon eens naar links en naar rechts kijken of er een trein afkomt.

Daarna zijn we naar het Mausoleum gereden van Ché Guevara. Hier bevinden zich de stoffelijk resten van hem en anderen. Ché werd in Bolivia vermoord. In een andere ruimte was er ook een museum aan hem gewijd. Ernesto Guevara werd geboren in Argentinië en studeerde er voor arts.
Hij kwam in zijn studententijd tijdens een rondreis door Zuid-Amerika in aanraking met armoede, honger en ziekte, waardoor hij verlangde om sociaal onrechtvaardige toestanden te verbeteren. Eerst door preventieve medische zorgen toe te dienen, later langs de weg van gewapende opstand. Hij leerde Fidel Castro kennen in Mexico en Fidel had nog een arts nodig in zijn team. Ché sloot zich aan bij de troepen van Fidel en onder hun leiding zijn ze de revolutie begonnen in Cuba. In het museum kan je zijn kledij als militair en als dokter vinden, eveneens doktersmateriaal en gebruikte wapens door hem. Je kan er ook verschillende foto’s zien voor, tijdens en na de revolutie. Bovenop het mausoleum staat een reusachtig standbeeld van Ché Guevara met een geweer in de hand.

Voor het mausoleum stonden we voor het eerst in de rij om binnen te geraken. Cubanen zijn erg vertrouwd met “in de rij gaan staan”. Na de val van het communisme in Rusland en de val van de Berlijnse muur was er een grote schaarste en economisch crisis in Cuba. Als er een lange rij was in een winkel, dan moest het aangeboden product wel goed zijn. Hier wil men als het ware met plezier in deze lange rij gaan staan. Wij daarentegen trachten de kortste rij te vinden aan de kassa’s in de grootwarenhuizen. Nu in betere economisch tijden geloven ze nog steeds dat ze in een rij moeten aanschuiven om iets goed te kunnen kopen. De “rij” is dus nog steeds belangrijk voor de Cubanen.

Het Cubaanse volk moet, om de slechte economische situatie te kunnen overleven, al zijn creativiteit en vindingrijkheid aanwenden. Maar ondanks de economische malaise blijven de Cubanen hartelijk en gastvrij.

We hebben ook het stadscentrum van Santa Clara met zijn koloniale gebouwen bezocht. Op het centrale plein in Santa Clara zijn er veel zitbanken, waarop meestal oudere Cubanen zitten te genieten en te kijken naar de voorbijgangers. Verschillende mensen zitten op de drempel van hun huis te luieren, of zitten op een trap naar een openbaar gebouw. Eigenlijk was het meer liggen dan zitten op de trap naar dit gebouw. Langs de straat werd er eten (broodjes met varkensvlees) en bloemen verkocht. Het was zeer gemakkelijk om Cubaanse mensen langs de straat te fotograferen. Sommige genieten er van om kortstondig fotomodel te zijn. Uitzonderlijk vroegen ze eens geld voor een gemaakte foto. Alleen met militairen had ik problemen om ze te fotograferen. Deze deden teken dat ik hen niet mocht fotograferen. Dan maar in het geniep een foto van een militair nemen in zijn olijfgroene tenue met bijhorende Fidel Castro pet.
In het straat beeld zie je regelmatig veel vrouwen met een paraplu rondlopen als bescherming tegen de zon.
Ook kunnen de kinderen hier op het centrale plein ritjes rond het plein doen per geitenwagen.

Cubaanse mensen trachten soms met je in contact te komen en een gesprek te voeren op straat. Soms in het Spaans, maar regelmatig in het Engels. Sommige willen met je in contact komen omdat ze hopen van U geld af te troggelen. Anderen die mij aanspraken wilden mij naar leuke plaatsen brengen waar je iets kan gaan eten of drinken. Misschien wilden ze wel op mijn kosten eens goed gaan eten en drinken op restaurant?
Bij één iemand anders had ik spontaan iets gegeven voor het nemen van een foto van hem, waarop hij een angst vertoonde dat iemand het geven van dit geld zou zien. Cubanen bespreken graag hun economische ontberingen, maar zijn erg voorzichtig met directe kritiek op het regime. Er zou een verfijnd surveillance systeem zijn op het niveau van de gewone mens. Veel Cubanen menen dat ze constant in de gaten worden gehouden door agenten in burger van het ministerie van Binnenlandse zaken.

In Cuba wordt er gebruik gemaakt van 2 lokale munteenheden. Hierdoor functioneren er nu twee parallelle economiën en ontstaat er een land op 2 snelheden. Als toeristen betalen we met de pesos convertibles. De Cubanen betalen met de Cubaanse peso’s.
Voor de meeste Cubanen is het leven een constante strijd door een gebrek aan eten, kleding en andere levensnoodzakelijke zaken. Alle Cubanen krijgen een rantsoenboekje van de overheid, waarmee ze in bepaalde distributiewinkels, bepaalde voedingsmiddelen en kledij kunnen krijgen. Soms is het mogelijk dat de schappen leeg zijn in de winkel. Zo zijn er Cubanen die erin slagen om op korte tijd veel geld te verdienen in het zwart en anderen slagen daar niet in en moeten het dus enkel met hun rantsoen kaart doen om te overleven.

Daarna zijn we naar de vroegere koloniale en historische stad Trinidad gereden. Dit is de derde stad die gesticht is door Diego Velasques. Deze stad straalt volgens mij toch een zekere charme uit. De huizen hebben slechts één verdieping en mooie brede houten deuren. Verschillende zijgevels van de huizen zijn geschilderd en hebben een kleurtje. De straten zijn geplaveid met kinderkopjes. Dit was voor mij ook de enige dag dat ik regen heb gezien in Cuba. Het regenwater stroomde via de hellende straten uit het dorp. De huizen zijn er voorzien van tralies, waardoor er geen vogels onverwacht kunnen binnenvliegen. Dit werd vroeger zo gedaan voor de veiligheid. Er liepen hier in het straatbeeld ook veel loslopende honden rond.

In een gerestaureerd koloniaal gebouw zijn we gaan eten. Ik zat daar aan de raamkant met tralies. Toen kwam er een meisje in de straat aan de tralies staan en was aan het bedelen voor wat geld. Nu mager was ze ook niet en ze was toch niet ondervoed hoor.
Je ziet mensen vanuit de huizen met mensen op straat te spreken, met tralies tussen hun.
Of je ziet de mensen vanop straat te soezen achter de tralies voor de langwerpige ramen.

In de omgeving van Trinidad zijn er vruchtbare dalen waar er suikerproductie was. We zijn naar zo een landschap gaan kijken waar je de suikermolens in de verte kon zien. De suikerbaronnen spreidden hun rijkdom tentoon in de schitterende stadspaleizen van Trinidad, die nu dienst doen als musea. Zo zijn we een museum binnengegaan waar we de meubels van vroeger konden bewonderen. Het interieur van het gebouw is versierd met schitterende muurschilderingen en krulversieringen. Boven de deuren zag ik draperieën geschilderd.

In Trinidad hebben we een demonstratie gekregen van hoe de sigaren gemaakt worden. Een proefkonijn, die hier gratis een sigaartje mocht roken, vond het straf spul of “straffen toebak”.

Daarna zijn we naar een distributiewinkel gewandeld waar men de rantsoenkaart kon gebruiken. We hebben ook de kerk in Trinidad en het centrale plein Plaza Mayor bezocht. Op het centrale plein zijn er langs de zijkant een paar fraaie potten zichtbaar.

En nu even verpozen in de “Canchanchara bar” waar we de lokale specialiteit gedronken hebben: nl de Trinidad kolonial cocktail met oa. rum, honing en citroensap. Dit was wel lekker. Boven onze hoofden in deze bar groeiden de takken van de bomen. Er was ook een optreden van een Cubaanse groep.

Ook hebben we in Trinidad naar een pottenbakker geweest. Dit was een privé bedrijf en niet van de overheid. Hier hebben we ook uitleg en een demonstratie gekregen van het pottenbakken. Er zaten wel artistieke potten tussen waarin mannelijke of vrouwelijke delen in te herkennen zijn.

Vervolgens zijn we met de bus het Cubaanse berglandschap ingetrokken naar Topes de Collantes. De bergen zijn op welbepaalde stukken wel zeer stijl. Je kon op sommige plaatsen begroeiing zien rond de elektriciteitsdraden langs de weg.

Het werd duidelijk dat Cuba banden had met Rusland. Niet alleen door de Lada’s in het straatbeeld. De volgende dag lieten ze misschien wel een paar afgedankte Russische legertrucks aanrukken om ons naar het natuurpark “Guanayara” te brengen in het gebergte. In de trucks werd je op de landelijke bergwegen eens goed van links naar rechts en naar omhoog geschud. Schudden voor gebruik, voor diegenen die ’s morgens vroeg nog niet wakker waren. Het gaf je een adrenalinestoot. Onderweg kon je van de prachtige groene berglandschappen genieten. Hier zijn we de Afrikaanse tulpenboom tegengekomen. Deze boom is geïmporteerd vanuit Afrika.
Na de rit met de truck zijn we gaan wandelen naar de rivier toe in het “Guanayara” park. Onderweg kregen we uitleg over de begroeiing in dit park zoals koffiebonen, anijs, planten die ze gebruiken om luizen mee te behandelen, bomen die het cyaankali gif kunnen afgeven, harde grote vruchten waarmee ze halskettingen kunnen maken, termieten nesten waarmee ze kippen voederen,… De koffieplanten waren aangeplant en de bonen werden vooral uitgevoerd naar Japan. Pas op voor de rode mieren in de koffieplanten bij het plukken van de koffiebonen.
Onderweg zijn we aan een prachtige waterval gekomen. Vanaf hier kon je in de rivier met hindernissen wandelen of langs de rivier op het droge pad lopen. Ik verkies het droge pad hier. De muggen slaan hier onzichtbaar toe. Ze steken je en je weet het niet. Je kon achteraf dan enkele gestoken plekjes zien op je huid. Op het einde was er nog een natuurlijk bassin waarin men kon zwemmen.

Op een vrije namiddag zijn we gaan zwemmen in de Caribische zee. Je kon bijna volledig drijven in deze zee. Wat was deze zee toch zout. De krabben liepen op het strand en verdwenen plots onder het zand. Niet verschieten als je aan het zonnen bent op het strand.

Als er twee bedrijven van de overheid hetzelfde product verkopen, dan is er geen competitie om de winsten te vergroten. Er is geen competitie tussen deze bedrijven om meer te verdienen en producten aan te bieden met de beste prijs – kwaliteit verhouding. Alles gaat er rustig aan toe in deze overheidsbedrijven.

Op de autostrades in Cuba zie je alle voertuigen rijden en zie je van alles gebeuren. De autostrades hebben soms geen lijnen om de rij vakken aan te duiden. De pechstrook is niet afgetekend op het wegdek, dan maar in de graskant met de wagen bij een panne. De wegen zijn licht hobbelig en niet altijd vlak.
De oldtimers of andere voertuigen haalden de bus links in en soms rechts. Langs welke kant rijden ze nu? Ze rijden hier in Cuba rechts. Op de autostrade zie je ook paard en kar, os en kar, een tractor met kar, fietsers, fietsriksja’s, paard en een cowboy, brommers, sidecar, bussen, oldtimers, oldtimer met aanhangwagen, Lada’s, militaire voertuigen, moderne recente wagens, toeristenbussen en overstekende mensen op de autostrade. Zelfs ezels en loslopende honden kan je er zien. Het tragere verkeer houdt zich wel rechts. Gelukkig maar. Soms zijn er niet alleen op en afritten, maar zijn er ook zijstraten. Dan kan de middenberm op de autostrade ook ontbreken.
De modernere wagens kunnen bijvoorbeeld Franse of Japanse merken zijn.
Onderhoudsmensen gaan met de fiets naar de juiste plaats op de autostrade en men begint met een hakmes het hoge gras langs de rijbaan of de middenberm af te doen. Dit is toch veel werk als ze dat allemaal manueel met de hand doen. Verkopers van uien, kaas of andere producten kunnen ook langs de autostrade opduiken. Uiteraard zie je ook de lifters, vooral onder de bruggen en aan de op en afritten. Dieren langs de rijbaan of autostrade kan je ook tegenkomen. Paarden, koeien, geiten,… Op weg naar de stad Cienfuegos waren er langs de kustlijn krabben over het wegdek aan het lopen en eveneens een koe. Eventjes claxonneren en ze haasten zich wel over de rijweg. Gelukkig zijn de koeien niet heilig zoals in India. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba.

Ik zag nog andere eigenaardigheden langs de wegen: een grazend paard op een rond punt en een man op rolschaatsen op de rijweg. Je kan er ook verkeersborden opmerken met verbod van paard en kar en verbod van fietsers in de straat of autostrade. De politie rijdt er rond met een Lada.
Er rijden redelijk wat fietsen rond, soms met 2 of 3 op één fiets. Ook op de brommers zitten ze met meer. Je kan evengoed een militair in kaki leger uniform op de fiets zien.
Op een verkeerspunt kan je in het midden in de hoogte 1 verkeerslicht zien en een licht voor de 4 verschillende rij richtingen. De draden naar de verkeerslichten zijn zichtbaar in de hoogte. Op twee hoekpunten van het kruispunt staan houten palen waarlangs de draad naar beneden komt. Dus de draad voor het verkeerslicht loopt diagonaal over de weg in de hoogte.
Als je in het verkeer achter een militair voertuig rijdt kan het gaan met een slakkengangetje.
Alle tegenliggers worden gedwongen door een militair op een moto met hun oldtimers of andere voertuigen in de graskant te rijden.
Zo heb ik ook een oldtimer gezien die op het dak een matras vervoerde. Deze matras was niet gebonden op het dak van de wagen. De bestuurder hield de ene kant vast en de bijzitter de andere kant. Zo heb ik ook grote houten platen zien vervoeren.

Wat gebeurde daar in de Lada op de pechstrook langs de autostrade in de graskant? Het ging er hevig aan toe. Was dit een vrijend koppel in de Lada? Helaas, de bus reed te snel om dit juist te kunnen interpreteren. Maar ja, alles is mogelijk hier.
Hou je aan de snelheid hier, want de politie staat langs de kant van de weg klaar met hun “speed gun”. Je mag 3 keer per jaar te snel rijden alvorens je het rijbewijs kwijt bent. En de boetes zijn zeer laag als ze je betrappen op te snel rijden. De oldtimers hebben minder last van een te hoge snelheid op de autostrade.

Bij wegenwerken zie je weinig signalisatie. Men was pek aan het gieten op het wegdek bij warme temperaturen hier . Alle wagens reden in de graskant rustig voort. Dit is de Cubaanse pechstrook. Gewoon langs de werkzaamheden voorbijrijden is de boodschap, zonder de tegenliggers te hinderen. Door het weinige verkeer daar ging dit nog zonder veel problemen.
Anders wie weet, bij veel verkeer was het een grote chaos. Ook in de steden zie je openingen in het wegdek waaruit buizen en elektriciteitsdraden komen die nog niet verbonden zijn. Er is absoluut geen signalisatie die wijst op gevaar. Hopelijk rij je met je oldtimer niet in deze put.

We komen aan in de havenstad Cienfuegos. Men noemt deze stad “de parel van het zuiden”. Langs de baai zie je wel veel rokende hoge schoorsteenpijpen. Er staan enkele fraaie gebouwen op het centrale plein met in het midden het standbeeld van José Marti, de vader van de Cubaanse onafhankelijkheid. Daarnaast zie je nog een kathedraal, een theater en kleine souvenirwinkeltjes.

Hier hebben we postkaarten gekocht. Men schrijft de aankoop van alle verschillende kaartjes op een papier. Het computertijdperk is hier blijkbaar nog niet aangebroken. In een zekere winkel schreef men zelfs een nietszeggende code uit 14 cijfers, die op de verschillende postkaarten stond, één voor één over. Je moest wel tijd hebben. Zo is het normaal dat de rij langer werd aan de kassa.
Bij het geven van een briefje van 20 peso’s (= ongeveer 15 Euro) sloeg men in paniek en kon men niet terug geven. Zulke grote bedragen zijn ze toch niet gewoon hoor. En het gebeurde hier verschillende keren dat men problemen had om terug te geven.

Buiten het centrum hebben we ook een prachtig paleis aan de zee met veel speelse versieringen gezien in Moorse stijl. Dit paleis steelt de show door zijn pracht en omvang hier in Cienfuegos.

In de restaurants moet je geen culinaire hoogstandjes verwachten. De Cubaanse keuken is simpel en dus geen gecompliceerde keuken. Na enkele dagen had ik het gevoel dat het altijd hetzelfde was wat we te eten kregen. Een voorgerechtje met nogal groene tomaten, augurken, maïs, …
Het hoofdgerecht bestond voornamelijk uit rijst gekookt met bruine bonen, zodat de rijst een bruine kleur kreeg. In het oosten van Cuba is de rijst meer geel omdat ze het te samen met maïs koken. Soms gebruiken ze daar naast maïs ook erwten in de rijst. Als vlees is het vooral varkensvlees en kip op het menu. Soms was er ook vis en rundvlees als keuze. Als dessert krijgen we regelmatig zoetigheden zoals bijna gesmolten ijs. De Cubanen houden van zoetigheden. Daarom zie je regelmatig te veel dikke Cubaanse mannen en vrouwen rondlopen. Dit komt door te veel suiker bij het eten en het zich niet aantrekken welk figuur ze hebben.
Als afluiter krijg je nog een klein kopje koffie met suiker. Helaas de melk voor de koffie is er niet. Koeien melken doen ze hier niet.

Tijdens het eten is er altijd een optreden van een Cubaans groepje. Op het einde van de reis had je ook door dat het altijd de zelfde traditionele Cubaanse nummers waren die ze speelden. Zoals “Guantanamera” en “Commandante Ché Guevara uit Santa Clara”. Na hun optreden kwamen ze rond voor de fooien en om hun CD te promoten. Cuba is nu eenmaal één van de muzikaalste plekken op aarde. Overal te lande, op pleinen, op terrassen kunnen ze opduiken. De bevolking lijkt geboren te zijn met een perfect gevoel voor ritme en het vermogen fantastisch te kunnen dansen. Er worden veel trommels, trompetten en gitaren en andere instrumenten gebruikt bij hun optredens. De Afrikaanse invloeden, afkomstig van de vroegere slaven, zijn duidelijk merkbaar in de ritmische Cubaanse muziek.

Eventjes naar het toilet gaan. Aan het toilet zit er meestal een toiletmadam die een velletje WC papier verkoopt. Hopelijk heb je geen diarree of je zal niet toekomen met je velletje WC papier. Het gebruik van de toiletten is gratis. Ook hier kan alles: De WC bril die er niet is, het doorsassen van de WC gaat niet. De WC’s zijn niet tot boven afgesloten en je kan bij de buur kijken. De overheid zal controle willen uitoefenen zeker bij het gebruik van de toiletten. Zelfs de urinoir werkte niet en de WC madam gooide er een emmertje water in om het te reinigen.
En nu terug aan tafel, smakelijk eten verder.

Ook zijn we naar een krokodillenkwekerij geweest. De krokodillen worden hier gefokt in moerassige gebieden. Hier konden we een show met een krokodillentemmer volgen. Hier was het mogelijk om een jonge krokodil in je nek te laten zetten of ze zelfs te strelen. Of een baby krokodil op je schouder te laten zetten voor een mooie foto of ze zelfs met de hand vast te nemen.
De volwassen krokodillen kunnen tot honderd jaar worden en zijn grote luiaards. Soms liggen ze hier roerloos met opengesperde mond. Zelfs een stok in hun mond steken of er tegenaan duwen deed hun niet bewegen. Enkel de krokodillenkwekers slaagden er in de krokodillen wakker te krijgen.
Daarna zijn we met een speedboot in de lagune gaan varen naar een eiland toe. Deze lagune of “Laguna del Tesoro” is het grootste natuurlijk gevormde binnenmeer. Alsof we op een paard zaten gingen we op en neer in de boot door de golven van een tegenliggende speedboot. Op dit eiland is er een namaak van een indianendorp nagebouwd. Hier kan je beelden zien van de indianen in opvallende houdingen, gemaakt door een Cubaanse beeldhouwster. De “yeke yeke” klanken weerklonken hier. In de indianenhut kregen we een inwijding bij de indianen. We werden geverfd met strepen en cirkels en opgehemeld met tromgeroffel. Desnoods mocht je een dansje wagen met de lokale schone indiaanse vrouw. De verschillende eilanden zijn daar verbonden met elkaar door pittoreske houten bruggen. Dan zijn we terug gevaren met de speedboot in de lagune. Je kon hier de verschillende vogels observeren, de begroeiing en de mangrove.

Het eiland Cuba is sinds lang een irritant steentje in de schoen van de supermacht Amerika.
Na de Spaanse kolonisatie volgde er eigenlijk een bezetting van Amerika. Er werden in de jaren voor de revolutie (1959) vele casino’s en bordelen opgericht door de maffiabazen om zich te verrijken. Cuba was voor de Amerikanen het buitenlandse Las Vegas in die periode. Cuba kende toen zwakke en corrupte regeringen. Dictator Baptista uit die tijd liet alles gebeuren en wilde ook rijkdom hiermee vergaren voor zichzelf. Na de revolutie in 1960 heeft de Cubaanse regering vele Amerikaanse bezittingen in Cuba onteigend, zoals olieraffinaderijen, suikerfabrieken, telefooncentrales, zonder compensatie. Als vergelding stelde Amerika een handelsembargo in tegen Cuba. Deze koude oorlog tussen Cuba en Amerika gaat nu nog steeds door. In 1961 is er een aanval geweest van Amerikaanse marineschepen in Varkensbaai. Fidel Castro en zijn troepen hebben ze teruggedreven en een kopje kleiner gemaakt. Langs de weg, in de nabijheid van Fidel Castro’s basis, staan op regelmatige afstand gedenkstenen voor de slachtoffers bij de aanval in Varkensbaai.

Daarna zijn we gereden naar de hoofdstad Havana met 2,2 miljoen inwoners. Cuba heeft in totaal ongeveer 11 miljoen inwoners. Wat mij opviel aan deze grootstad, is dat men het fileprobleem hier nog niet echt kent. In alle grootsteden van de wereld kennen ze het fileprobleem. Maar in Havana heb ik geen stilstaand verkeer gezien. Het verkeer is wel iets drukker hier dan buiten Havana, maar er zijn geen files. Weinig mensen kunnen zich een eigen auto aanschaffen en nemen dus de bus, fiets of liften om zich te verplaatsen.

Nu zijn we op weg naar de Vinales valei. In deze valei kan je rood-bruinachtige vruchtbare grond zien waarop het ideaal is om aan tabaksteelt te doen. Eerst zijn we bij een tabaksboer langs geweest waar hij in een A-vormige tabaksschuur met strodaken de tabaksbladeren aan het drogen was. Het drogen neemt 45 tot 60 dagen in beslag. Daarna zijn we naar een uitkijkpunt gegaan met een prachtig uitzicht op de Vinales valei. Hier kan je enorme kalkstenen heuvels (of “mogotes”), bedekt met groene vegetatie, steil uit de bodem van de vallei zien oprijzen. Je kan de tabaksplantages hier zien met de tabaksschuren. De tabaks bladeren worden met de hand geoogst.

De gedroogde tabaksbladeren gaan naar een tabaksfabriek waar ze verder moeten rijpen. In de tabaks fabriek die we bezocht hebben waren er ongeveer 30 mensen, voornamelijk vrouwen de sigaren aan het rollen. Eerst gaan ze de tabaksbladeren rollen, steken ze daarna in een drukpers, vervolgens gaan ze nog eens extra gedroogde bladeren bijrollen. Dan snijden ze beide uiteinden af en werken ze één kant af met een tabaksblad. In deze ruimte mocht het niet vochtig zijn, omdat anders de kwaliteit van de sigaren in gevaar kwam. In deze hal hield een mannelijke supervisor een oogje in het zeil om te zien dat het vooruit ging. Sigaren rollers krijgen een 9 maanden lange opleiding. Per dag kan 1 iemand zo een honderd sigaren rollen. Het is allemaal manueel werk. Er stond wel een machine voor de kwaliteitscontrole, maar die was buiten gebruik en was in de fabriek reeds een museum stuk geworden.
Alvorens te rollen deed men eerst de nerven uit het blad. Dit gebeurde door 2 mensen. Deze oudere man hier, misschien wel over de pensioengerechtigde leeftijd, zat tijdens zijn werk en tussen al dit geploeter van zijn sigaartje te roken en te genieten. De kwaliteitscontrole gebeurde ook door 2 mensen, hier werd enkel de lengte en de diameter nagezien. In een andere ruimte gebeurde de sortering van de sigaren op kleur en werden ze in kistjes gedaan met een mooi sigarenbandje rond de sigaar gewikkeld. Ze moesten hier wel op een harde stoel zitten. Het waren dus geen comfortabele werkomstandigheden hier. En dan nog de toeristen die op je vingers zitten te kijken tijdens je werk. De fabricagegeheimen in deze fabriek mochten we niet fotograferen. De sigaren mochten we wel kopen. Geef mij dan maar de sigaren die gerold zijn op de billen van een schone Cubaanse vrouw. Bij het buitenkomen uit de fabriek was er weer iemand die aan het bedelen was om een stukje zeep.

Nadien zijn we in de Vinales vallei zelf gereden en hebben we op één van deze kalkstenen heuvels een monumentale muurschildering van ongeveer 120 meter hoog en 180 meter breed gezien. Je kan hier onder andere voorhistorische dieren en mensen in ontdekken. Fidel Castro gaf de opdracht voor deze muurschildering.

Onder de kalkstenen heuvels zitten grotten en ondergrondse rivieren. Zo zijn we naar een ondergrondse grot gegaan en hebben we een boottochtje gedaan op de ondergrondse rivier. Vooraleer we in de boot mochten stonden we eventjes in de rij. Ondertussen druppelde het water op onze hoofden naar beneden. Hier kan je je verbeelding laten spreken. Je kan allerlei figuren op de rotswanden zien, zoals onder andere een krokodil, een piratenschip, een doodskop, enz… Iedereen kan er van maken wat hij wil. En toen zagen we terug het licht aan het einde van de ondergrondse tunnel.

Daarna zijn we nog naar de Vinales stad gegaan. Hier zien we een klein pleintje met een aardig kerkje.

In Cuba hebben de voertuigen verschillende kleuren. Een blauwe nummerplaat is een wagen van de overheid, een gele is van een privé persoon, een rode voor toeristenwagens, een groene voor militairen, een oranje voor buitenlanders die in Cuba werken, een zwarte voor ambassadeurs in Cuba en een witte voor regeringsleiders. De nummerplaat begint met de letter van de stad, zoals bijvoorbeeld de H van Havana of de M van Matanzas. Voor de stad Cienfuegos is het de letter F, want de C is reeds gebruikt voor een andere stad.

’s Avonds zijn we met de oldtimer naar het stadscentrum van Havana geweest. Ik heb in een Pontiac van het jaar 1954 gezeten. Raampje open, arm uit het raam en rijden maar. Nu nog een sigaar en ik voel me een echte Cubaan. De claxon deed het nog. We zijn langs het plein van de revolutie gereden. Hier zie je een verlichte Ché Guevara. Eveneens zijn we langs het verlichte Capitool en langs de universiteit van Havana gereden. Je zag een lange wachtende rij voor het ijssalon. De Cubanen zijn bereid een uurtje of 2 in de rij te staan voor een bolletje of 2.
Langs de lange kade zie je ’s avonds op de kaaimuur verschillende jongeren naast elkaar zitten. Dit is vooral om met elkaar sociaal contact te hebben. Met de oldtimer kunnen we in de kleine straten rijden. Zo zijn we terecht gekomen in de “Belgica street”. We zijn ook gestopt in hotel “Nacional” en hebben een kijkje binnen kunnen nemen. Boven op een rotswand ligt dit vijfsterren juweel uit 1930 met twee torentjes. Hier zat de maffia in de jaren 1930 met al het geld. Andere belangrijke grootheden hebben hier gelogeerd in dit hotel. Daarna hebben we nog een Cuba Libre gedronken in een typische bar in het oude stadscentrum van Havana. Weer muziek en dans hier.

In de straten van Havana zie je in de nachtelijke uren geen prostitutie meer langs de straten. De revolutie heeft Cuba ontdaan van zonden zoals prostitutie en gokken. Prostitutie is er verboden. Natuurlijk zal er prostitutie zijn, maar het is verborgen en alles wordt geregeld onder de tafel. Alleen weet ik niet of het een grote of kleine tafel is. Ik zag in de late uren nabij het hotel langs de straat een vrouw met echt wel een kort rokje in een Lada wagen stappen. We interpreteren dit nu dan maar dat ze een lift nodig heeft.

In het straat beeld worden we teruggebracht naar de jaren 50 met al deze benzine verslindende Amerikaanse oldtimers. Het lijkt wel of Cuba’s geschiedenis heeft stilgestaan sinds Fidel Castro aan de macht kwam en het veranderde in een communistische staat, afgesloten van de rest van de wereld. De recentere wagens die we ook zien passen eigenlijk niet in het straatbeeld om het plaatje volledig te maken. Cuba is eigenlijk het grootste levende museum van oldtimers. Deze auto’s kan je tegenkomen zonder lichten, met een losse bumper, volledig verroest, enz… Een niet te herstellen wrak stond zelfs langs de kant van de weg in het hoge gras verder weg te roesten.
In de stilte van de late avond, hoor je als het ware het gerammel van alle onderdelen van een naderende oldtimer op de hobbelige straat.
De meeste Cubanen kunnen zich geen nieuwe auto permitteren. De Cubanen moeten zeer vindingrijk zijn om deze old-timers te blijven laten rijden. Er zijn soms geen onderdelen meer te vinden. Misschien wel op de zwarte markt. Je ziet tamelijk veel wagens langs de kant staan met de motorkap open. Of zijn ze langs de straatkant een band aan het vervangen. Je kan ze onder de motorkap en op de motor zien zitten met eromheen enkele vrienden om aan de wagen te sleutelen. Langs de weg heb ik een wagen gezien met de motorkap naar boven en alle verschillende onderdelen van de wagen lagen verspreid op de grond. Hopelijk heeft hij zijn wagen voordat het donker werd in orde kunnen krijgen. Doordat er soms geen onderdelen beschikbaar zijn, moeten ze vindingrijk en creatief zijn om de wagens te blijven laten rijden. De Cubanen lijden onder een gebrek aan alles, behalve vernuftigheid.

Ik kan nog andere voorbeelden geven van hun vindingrijkheid. De reparatie van dingen is een geknutsel van jewelste. Men gebruikte een hangslotje om de koffer te laten sluiten. Een WC sas deed het niet meer: Men gebruikte een flesdop en een slappe koord om het probleem te verhelpen. Door gebrek aan een voedingsadapter voor de televisie van een Euro stekker naar een platte 110V stekker, dan gebruiken ze simpelweg 2 draadjes. Desnoods zouden ze kikkers in je kamer zetten om de muggen te verdrijven. Door hun vindingrijkheid verhogen ze hun creativiteit om oplossingen te genereren voor de problemen. De Cubanen durven buiten de lijntjes te kleuren in hun denken. Ze denken buiten de lijntjes van de veiligheid, die bij ons zo belangrijk is en ze denken ook buiten de lijntjes van de schoonheid. Als het maar werkt denken ze.

Ook de fietsen kunnen ze langs de kant van de weg zitten te repareren. Bij een fiets zag ik een zelf geknutseld kinderzitje uit hout op de middenstang van de fiets gemonteerd.

We zijn in Havana met de bus ook in een wijk gereden waar alle ambassadeurs wonen. Dit zijn bewaakte grote villa’s hoor. In Cuba mag je geen onroerend goed kopen of verkopen. Als ze willen verhuizen dan doen ze aan woningruil. De ambassadeurs zullen niet willen ruilen hoor.

Men kan hier in Cuba wel eigenaar van een woning worden. De overheid duidt mensen aan die een woning kunnen verwerven en men betaald af aan de overheid. Cuba is dus niet volledig communistisch, anders waren alle huizen in bezit van de overheid. Maar er gebeuren hier ook koopjes onder de tafel. Van foefelen kennen ze ook iets.
Ook wagens kunnen niet zomaar overgaan naar een andere eigenaar door te verkopen. Er is daar zelfs geen autoverzekering.

We zijn ook naar een natuurreservaat “Las Terrazas” geweest. Meer dan 150 jaar geleden was er hier een koffieplantage die werd bewerkt door gevluchte Fransen uit Haiti. Nu kan je er een museum zien met onder andere een draaimolen om de koffiebonen te pletten.
Vroeger in de jaren na de revolutie was er hier geen begroeiing en op deze heuvels hebben ze terrassen gemaakt en soms geïmporteerde bomen uit Zuid-Amerika laten planten. Je kan hier een boom met een roodachtige schors zien. Het hout is ideaal om er o.a. doodskisten of zelfs potloden mee te maken. Wat ook opvalt hier in Cuba is dat de palmbomen zeer hoge lange stammen kunnen hebben. Je kan de gieren of andere vogels hier rond zien vliegen.
Met de inkomsten uit het toerisme gaat men investeringen doen in een nabijgelegen opgericht modern dorp. Hier hebben we een hotel bezocht waar een boom door het dak groeide. Verder zijn we naar een opvangtehuis geweest voor kinderen en de locale bibliotheek. Het rusthuis in de streek zijn we ook gepasseerd. Eventjes zwaaien naar oma en opa die in de schommelstoel aan het genieten zijn van het landschap.

Daarna zijn we naar een riviertje geweest om te rusten of pootje te baden. Hier kunnen de mensen ook iets eten van de reuzenbarbecue of een rum cocktail drinken.

Het onderwijs in Cuba is gratis. De overheid betaald de studies. De leerboeken worden dan doorgegeven aan anderen. Je bent dan wel verplicht om 2 jaar voor de overheid te werken. Pas daarna kan je van job veranderen.

Terug in Havana, hebben we ditmaal overdag het plein van de revolutie gaan bekijken. Hier kan je een gebouw zien met de afbeelding van Ché Guevara met zijn baret. Dit gebouw doet dienst als ministerie. Aan de overkant zie je een stervormige obelisk van 142 meter hoog met erbovenop het standbeeld van José Marti. Op dit sombere plein worden de grote politieke bijeenkomsten gegeven. Hier hield Fidel Castro, een advocaat en politiek activist, in zijn hoogdagen zijn legendarische absurd lange speeches. 14 uur is zijn record. Het was de belangrijkste communicatie met zijn volk dat met een miljoen mensen op het plein stond. Castro’s hypnotiserende redevoeringen zorgden ervoor dat hij het volk al spoedig in zijn greep had. Hij zweepte daar het publiek op tot nieuwe inspanningen. Viva Fidel: “Un mundo mejor es posible” of een betere wereld is mogelijk.
Waar bevind Fidel Castro zich nu? Niemand weet het, het is een groot geheim. De CIA heeft hem al verschillende malen een kopje kleiner willen maken. Voor sommigen is hij een symbool, anderen verafschuwen hem vanwege de ontberingen die ze moeten lijden. Deze mensen zouden in de rij willen staan om hem ook te vermoorden.

Na de machtsoverdracht in november 2007 aan zijn broer, zijn er veranderingen zichtbaar in het land. De Cubaanse regering stelt het land ook voorzichtig open voor kapitalistische marktwerkingen. Het is nu mogelijk om een computer, internet en een GSM aan te schaffen.
Vroeger keurde de overheid elke vorm van godsdienst af, maar dit is nu ook aan het veranderen. Zelfs kerstdag is nu een officiële feestdag geworden in Cuba sinds 1997. Naast het Rooms-katholicisme is er ook een Afro-Cubaanse religie.

We zijn ook naar een park geweest met het standbeeld van John Lennon, zittend op een bankje. Bij dit standbeeld loopt er een bewaker. De bijhorende bril is in het bezit van de bewaker. Tijdens het wachten op een bus toeristen is de bewaker aan het genieten van zijn sigaartje. Als er een groep toeristen afkomt, schiet hij in actie en zet hij de bril op de neus van het John Lennon standbeeld. En nu kunnen we schone fotootjes maken naast John Lennon op de bank. De bewaking was nodig, want de bril was vroeger al 2 maal verdwenen.

We zijn ook in een artistieke wijk geweest waar je Afro-Cubaanse kunst kan zien. Er is invloed van Afrika, door de vroegere slaven, op de Cubaanse kunst. Hier zie je badkuipen in de lucht, een versierde totempaal, geschilderde muren en andere kunstige creaties uit metaal en andere materiaalsoorten. Binnenshuis in een soort atelier kon je ook schilderijen bewonderen van een kunstenaar. Ook hier weer zat de kunstenaar te genieten van zijn sigaar. Misschien kwam de inspiratie en creativiteit er wel door zijn sigaar, die hem een verlichte geest bezorgde.

’s Avonds hebben we onze beste kleren aangedaan om naar de Tropicana show te gaan, welke begint om 22u. Deze club werd hier in Havana opgericht in 1939. Hier kom je in contact met de rijkere Cubanen en andere toeristen natuurlijk. De vrouwen kregen aan de ingang een bloem en de mannen kregen een sigaar cadeau, om van te genieten tijdens de show. Voor 8 mensen kregen we 4 rum flessen erbij en enkele versnaperingen. We zaten hier wel in de open lucht. Hopelijk begint het hier niet te regenen. Tijdens de show zien we op het ritme van de Cubaanse muziek veel dans en zang. De verklede vrouwen hebben pluimen van voor, van achter en van boven. Of ze dragen karakteristieke kroonluchterachtige hoofdtooien in de show. Je zou je ogen tegelijkertijd naar voor, naar links, naar rechts en naar boven gericht moeten hebben om het spektakel volledig te kunnen bewonderen. Er was beweging langs alle kanten. Deze versierde dansacts werden afgewisseld met circus acts van het genre Cirque de Soleil. Hier kwam er een superlenige vrouw op het podium, die erin slaagde met de achterkant van haar hoofd haar achterwerk te raken. Het is haast niet te geloven hé, maar toch heb ik het gezien. In deze middens spreken ze van een slangenvrouw. In een ander circusact werden verschillende mensen op elkaar gestapeld. Ziezo, de sigaar, de drank, de versnaperingen zijn op, en het doek is gevallen over de show. We kunnen dus terug naar het hotel.

We zijn naar een uitzichtpunt aan de baai geweest waar je een prachtig overzicht hebt over de stad Havana. Je kan hier het Capitool zien: de koepel ervan beheerst de skyline. Op dit punt hebben ze ook een Christusbeeld geplaatst. Ze noemen dit punt “El Cristo”. In de nabijheid van de baai is er ook een fort zichtbaar. Raketten en tanks zijn hier op verschillende plaatsen ook zichtbaar in het straatbeeld.

Een beetje verder, in de nabijheid van het fort, was er een winkel waar er een zeer lange sigaar lag. De Cubaan “Jose Castelar Cairo” heeft verschillende Guinness world records op zijn naam van de langst handgerolde sigaar. In April 2005 bracht hij het record op 20.41m. Momenteel is het record in november 2006 door een Amerikaan op 30.78m gebracht.

Wat eigenlijk over gans Cuba opvalt is dat de woonhuizen in een vervallen staat zijn. De dakpannen ontbreken of liggen scheef. Het dak is golvend in plaats van schuin naar beneden. Een orkaan zou bij sommige huizen de daken gewoon kunnen wegblazen. Er zitten scheuren in de muren. De balkonleuning is verroest. Het ziet er haast uit alsof er een bombardement is geweest. Sommige huizen staan op instorten. Ze zijn verrot tot op het bot. De brokken kunnen uit de ondersteunende zuilen gevallen zijn. Verwaarlozing hebben de gebouwen in sneltempo in verval gebracht. Ik heb sommige huizen gezien die ze ondersteunen met een houten skelet opdat het niet zou instorten.
Plots bij een houten deuropening in Santa Clara met een opening kwam er een kleine jongen doorkijken. Hij woonde blijkbaar in dit te slopen gebouw. Toch heb ik wel 2 mensen op de reis gezien die hun huis aan het schilderen waren. Dit is voor mij wel een uitzondering op de bevestigende regel dat ze hun huizen niet verven en onderhouden. Als je hier bent geweest, zal je leren opknapwerken aan je eigen woning, die volgens U dringend zijn, te minimaliseren. Je gaat je misschien minder druk maken om een muurtje dat je nog niet geverfd hebt.

Soms zie je dat ze een tweede verdieping bouwen boven een huis en de bakstenen liggen willekeurig op een hoopje. Hier bij het bouwen zie je geen gestructureerde aanpak. Op de daken zie je nog oude TV antennes.

Vervolgens zijn we naar het historische oude stadscentrum geweest en er een wandeling door gemaakt. Oud Havana bezit zoveel prachtige koloniale gebouwen met balkons en soms waaiervormige gekleurde glazen. In het oude stads centrum tracht men wel restauratie werk te doen van de koloniale gebouwen. Zodat je hier wel geschilderde muren kan zien. In het stads centrum zag ik restauratie werken aan de gang. Normaal plaatsen ze bij ons een stelling voor het gebouw om op grote hoogte veilig te kunnen werken. In Cuba doen ze het weer anders, misschien wel iets minder veilig. Boven aan een kanteel van een gebouw zat er een touw rond dat diende als draagkracht om de man tegen te houden en te beschermen tegen de wetten van de zwaartekracht. Hij voerde dan aan de gevel van het gebouw restauratie werken uit. Het werkmateriaal kon via een balkon doorgegeven worden.

In het oude stads centrum van Havana zijn we naar de kathedraal “San Cristobal” gaan kijken dat op een centraal plein ligt. Deze kathedraal heeft een eenvoudig en degelijk interieur. Op dit plein stond er een terrasje waar je zou kunnen verpozen. Of soms kan er hier ook een markt zijn. Verder zijn we naar een hotel gaan kijken in Cubaanse barok. Ook zijn we naar een ander hotel geweest waar de schrijver Ernest Hemingway regelmatig verbleef. Deze schrijver is gekend van “De oude man en de zee” waarvoor hij de Nobelprijs literatuur won. Je kan hier foto’s aan de muur zien hangen van Ernest Hemingway. Verder zijn we ook naar een museum geweest van Ernest Hemingway. Hier kan je zijn standbeeld zien aan de toog. Hij was nu eenmaal een zuipende activist. Verder is er nog een café waar er opschriften zijn van verschillende beroemde klanten op de muren. We passeerden ook een winkel waar men jachtgeweren verkocht en een brandweermuseum.

In het stadscentrum zie je ook de eivormige gele coco-taxi’s rondrijden en paard met koets voor de toeristen.
Er lopen veel bloemenmeisjes, piraten en andere verklede mensen rond waarmee je op de foto kan komen. Ze duwen dan een dikke sigaar in je mond voor de foto. Hiermee kunnen ze een centje bijverdienen. Anderen spelen muziek op de pleinen. Anderen beginnen in een korte tijd een karikatuur van je te tekenen. Dan zijn er ook nog mensen die zich aanbieden om als locale gids te spelen. Nu ja, we hadden er al één. Anderen verkopen kranten in het oude stads centrum. Genoeg leven dus in de stad.

Daarna zijn we naar een lokale markt geweest waar je vooral souvenirs kan kopen of etenswaren. Je kan op deze markt veel prachtige schilderijen bewonderen. Hier lag een verkoper op de markt in zijn stoeltje zelfs te slapen. Het was dus mogelijk om zijn kraampje ondertussen leeg te plunderen.

Via het “Central Parque” zijn we naar het Capitool gewandeld in Havana. Dit is een kopie van het Capitool in Washington. Vroeger zetelden hier de senatoren en afgevaardigden. Nu zetelen hier de Academie en het ministerie van wetenschappen.
Aan de trappen van het Capitool, waar we een groepsfoto kunnen maken werden we 100 jaar terug in de tijd gekatapulteerd wat betreft de fotografie. Hier gebruikten ze een fototoestel van meer dan 100 jaar oud. Het zag er uit als een houten bak op drie pikkels. Een vindingrijke manier weer om een centje bij te verdienen. Ze hebben de groepsfoto gemaakt op de trappen van het Capitool. Bij het maken van de foto zat hij met zijn hand in het toestel of houten bak en haalde er een blanco foto uit. Men legde dit dan in een water oplossing en de zwart wit foto verscheen erop. Nog eventjes bijknippen en klaar is kees. Direct kreeg hij een grote bestelling te verwerken. Oei, door onze bestelling bezorgen we deze man stress. Schitterend toch die Cubanen, het zijn straffe gasten. Het was een plezier om naar te kijken.

In Cuba kan je veel suikerrietplantages vinden. Het “witte goud” heeft veel rijkdom gebracht in Cuba. Het riet wordt ontdaan van de bladeren en het sap wordt eruit geperst. Dit sap wordt gebruikt als basis voor rum.

We zijn dan ook naar een rum fabriek geweest. We kwamen eerst terecht in de stapelplaats met vaten. Hier kregen we uitleg van een dikke Cubaan, een stand-up comedian, die veel show aan het verkopen was en met zijn sigaar tussen zijn vingers aan het zwaaien was. Zijn uitleg kwam over als: We vermengen de vaten, we roeren en het komt dan in de flessen terecht. En nu big business en dus vlug naar de verkoopszaal van de rum en sigaren. Hier moet het geld rollen, niet in de stapelplaats met vaten. De verpakkingsafdeling van de rum flessen zijn we met razende speed voorbij gewandeld. Veel van het productie proces hebben we hier niet gezien. Ze kunnen hun productie geheimen van de rum toch niet prijsgeven zeker. We hebben toch wel hier van de rum kunnen proeven. De cacao rum vond ik niet slecht en deze blijft wel nasmaken. Volgende rum cocktails zijn er mogelijk: De Cuba libre (coca cola en rum); de Mojito (rum, suiker, limoensap, muntblaadjes en water) of de Daiquiri (rum,suiker, limoensap, gemalen ijs en een ander drankje).