woensdag 24 september 2008

Reisverslag West Cuba


Welkom in het land van Fidel Castro en Ché Guevara, gekend om zijn zwoele salsa dansen, rum cocktails, varkensvlees, sigaren en oldtimers. Cuba, een land van mogelijkheden.
Ik heb een 11 daagse rondreis in Cuba gedaan: 7 dagen aan de westkant, 4 dagen aan de oostkant van Cuba en op het einde nog een driedaagse strandvakantie in Varadero.
Deze rondreis heb ik gedaan met Jetair. In totaal waren we met een groep van 33 mensen tijdens de rondreis aan de westkant en met een groep van 9 tijdens de rondreis aan de oostkant. Daarnaast was er nog een andere groep van 34 mensen die hetzelfde traject volgde in Cuba. Hiervan hebben 22 mensen het traject gedaan aan de oostkant. Het is een fantastische reis geworden en de ontdekking van Cuba schepte vreugde en plezier bij iedereen.

Onze verkenning van Cuba kan beginnen. Met “de boes door Coeba” zou onze reisleider Sined het zeggen in het Nederlands met een Duits tintje. We zijn bij aankomst met de bus richting Santa Clara gereden en zijn gestopt aan een boerderij met verschillende dieren waar we een “dranksje” hebben kunnen drinken. Blijkbaar was het West-Vlaams van onze reisleider ook niet zo slecht.

Het eerste wat opviel was dat je langs de weg veel lifters zag bijeenstaan op kruispunten, langs opritten van autostrades of onder bruggen met pak en zak. In Cuba heeft niet iedereen zelf een voertuig. Het liften in Cuba is een nationale sport. De vrouwen hebben meer succes om meegenomen te worden want er zijn meer mannelijke chauffeurs. De liftende mannen haalden maar hun geld boven en zwaaiden met een geldbriefje langs de autostrade om voertuigen te doen stoppen. Op sommige plaatsen was er een man met gele kledij aan die het liften een beetje coördineerde en begeleide. Men noemde hem de “amarillo” vanwege de gele kledij. Men betaald een kleine bijdrage aan hem en hij doet dan de voertuigen van de overheid stoppen. De voertuigen van de overheid zijn verplicht te stoppen en hij regelde dan het vervoer voor de lifters. Zo zie je voertuigen met massa’s Cubanen in de laadbak op de weg. Privé wagens zijn niet verplicht om te stoppen voor lifters, maar men zal U wel vreemd nakijken als U voorbijrijdt, terwijl U ruimte genoeg hebt in uw auto. Het liften is wel veilig in Cuba.

Fidel Castro controleerde tijdens de jaren van de revolutie het oosten, Raoul Castro het westen en Ché Guevara het centrum van Cuba.
In Santa Clara zijn we alles te weten gekomen over commandante “Ernesto Ché Guevara”.
Foto’s van Ché Guevara met zijn Jezus achtige trekken zijn wel overal op het eiland te zien.
Tijdens de jaren van de revolutie bevond hij zich in Santa Clara. Daar heeft hij met zijn medestrijders op 28 december 1958 een militaire trein doen ontsporen aan de spoorwegovergang. In deze militaire trein zaten militairen met veel munitie en wapens, die zou gebruikt worden als versterking in de strijd tegen de revolutionairen. Ché Guevara heeft met deze aanval wezenlijk bijgedragen aan het succes van de Cubaanse revolutie. De stad Santa Clara is daardoor zeer verbonden met de lievelingsheld van de Cubaanse natie.
Op de bewuste plek aan de spoorlijn zie je nu enkele ontspoorde wagons die dienst doen als museum over Ché Guevara. Daarnaast zie je ook een monument ter herinnering aan de overval. Toen hoorden we een ouderwetse verroeste en vooroorlogse locomotief aankomen op de spoorlijn. Deze maakte een fluit toon om aan te geven dat hij op komst was. Al het verkeer stopte voor deze locomotief, terwijl de slagbomen aan de spoorwegovergangen zelfs niet naar beneden gingen. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba. Meestal is er één spoorlijn en zie je geen slagbomen aan de spoorwegovergangen. Gewoon eens naar links en naar rechts kijken of er een trein afkomt.

Daarna zijn we naar het Mausoleum gereden van Ché Guevara. Hier bevinden zich de stoffelijk resten van hem en anderen. Ché werd in Bolivia vermoord. In een andere ruimte was er ook een museum aan hem gewijd. Ernesto Guevara werd geboren in Argentinië en studeerde er voor arts.
Hij kwam in zijn studententijd tijdens een rondreis door Zuid-Amerika in aanraking met armoede, honger en ziekte, waardoor hij verlangde om sociaal onrechtvaardige toestanden te verbeteren. Eerst door preventieve medische zorgen toe te dienen, later langs de weg van gewapende opstand. Hij leerde Fidel Castro kennen in Mexico en Fidel had nog een arts nodig in zijn team. Ché sloot zich aan bij de troepen van Fidel en onder hun leiding zijn ze de revolutie begonnen in Cuba. In het museum kan je zijn kledij als militair en als dokter vinden, eveneens doktersmateriaal en gebruikte wapens door hem. Je kan er ook verschillende foto’s zien voor, tijdens en na de revolutie. Bovenop het mausoleum staat een reusachtig standbeeld van Ché Guevara met een geweer in de hand.

Voor het mausoleum stonden we voor het eerst in de rij om binnen te geraken. Cubanen zijn erg vertrouwd met “in de rij gaan staan”. Na de val van het communisme in Rusland en de val van de Berlijnse muur was er een grote schaarste en economisch crisis in Cuba. Als er een lange rij was in een winkel, dan moest het aangeboden product wel goed zijn. Hier wil men als het ware met plezier in deze lange rij gaan staan. Wij daarentegen trachten de kortste rij te vinden aan de kassa’s in de grootwarenhuizen. Nu in betere economisch tijden geloven ze nog steeds dat ze in een rij moeten aanschuiven om iets goed te kunnen kopen. De “rij” is dus nog steeds belangrijk voor de Cubanen.

Het Cubaanse volk moet, om de slechte economische situatie te kunnen overleven, al zijn creativiteit en vindingrijkheid aanwenden. Maar ondanks de economische malaise blijven de Cubanen hartelijk en gastvrij.

We hebben ook het stadscentrum van Santa Clara met zijn koloniale gebouwen bezocht. Op het centrale plein in Santa Clara zijn er veel zitbanken, waarop meestal oudere Cubanen zitten te genieten en te kijken naar de voorbijgangers. Verschillende mensen zitten op de drempel van hun huis te luieren, of zitten op een trap naar een openbaar gebouw. Eigenlijk was het meer liggen dan zitten op de trap naar dit gebouw. Langs de straat werd er eten (broodjes met varkensvlees) en bloemen verkocht. Het was zeer gemakkelijk om Cubaanse mensen langs de straat te fotograferen. Sommige genieten er van om kortstondig fotomodel te zijn. Uitzonderlijk vroegen ze eens geld voor een gemaakte foto. Alleen met militairen had ik problemen om ze te fotograferen. Deze deden teken dat ik hen niet mocht fotograferen. Dan maar in het geniep een foto van een militair nemen in zijn olijfgroene tenue met bijhorende Fidel Castro pet.
In het straat beeld zie je regelmatig veel vrouwen met een paraplu rondlopen als bescherming tegen de zon.
Ook kunnen de kinderen hier op het centrale plein ritjes rond het plein doen per geitenwagen.

Cubaanse mensen trachten soms met je in contact te komen en een gesprek te voeren op straat. Soms in het Spaans, maar regelmatig in het Engels. Sommige willen met je in contact komen omdat ze hopen van U geld af te troggelen. Anderen die mij aanspraken wilden mij naar leuke plaatsen brengen waar je iets kan gaan eten of drinken. Misschien wilden ze wel op mijn kosten eens goed gaan eten en drinken op restaurant?
Bij één iemand anders had ik spontaan iets gegeven voor het nemen van een foto van hem, waarop hij een angst vertoonde dat iemand het geven van dit geld zou zien. Cubanen bespreken graag hun economische ontberingen, maar zijn erg voorzichtig met directe kritiek op het regime. Er zou een verfijnd surveillance systeem zijn op het niveau van de gewone mens. Veel Cubanen menen dat ze constant in de gaten worden gehouden door agenten in burger van het ministerie van Binnenlandse zaken.

In Cuba wordt er gebruik gemaakt van 2 lokale munteenheden. Hierdoor functioneren er nu twee parallelle economiën en ontstaat er een land op 2 snelheden. Als toeristen betalen we met de pesos convertibles. De Cubanen betalen met de Cubaanse peso’s.
Voor de meeste Cubanen is het leven een constante strijd door een gebrek aan eten, kleding en andere levensnoodzakelijke zaken. Alle Cubanen krijgen een rantsoenboekje van de overheid, waarmee ze in bepaalde distributiewinkels, bepaalde voedingsmiddelen en kledij kunnen krijgen. Soms is het mogelijk dat de schappen leeg zijn in de winkel. Zo zijn er Cubanen die erin slagen om op korte tijd veel geld te verdienen in het zwart en anderen slagen daar niet in en moeten het dus enkel met hun rantsoen kaart doen om te overleven.

Daarna zijn we naar de vroegere koloniale en historische stad Trinidad gereden. Dit is de derde stad die gesticht is door Diego Velasques. Deze stad straalt volgens mij toch een zekere charme uit. De huizen hebben slechts één verdieping en mooie brede houten deuren. Verschillende zijgevels van de huizen zijn geschilderd en hebben een kleurtje. De straten zijn geplaveid met kinderkopjes. Dit was voor mij ook de enige dag dat ik regen heb gezien in Cuba. Het regenwater stroomde via de hellende straten uit het dorp. De huizen zijn er voorzien van tralies, waardoor er geen vogels onverwacht kunnen binnenvliegen. Dit werd vroeger zo gedaan voor de veiligheid. Er liepen hier in het straatbeeld ook veel loslopende honden rond.

In een gerestaureerd koloniaal gebouw zijn we gaan eten. Ik zat daar aan de raamkant met tralies. Toen kwam er een meisje in de straat aan de tralies staan en was aan het bedelen voor wat geld. Nu mager was ze ook niet en ze was toch niet ondervoed hoor.
Je ziet mensen vanuit de huizen met mensen op straat te spreken, met tralies tussen hun.
Of je ziet de mensen vanop straat te soezen achter de tralies voor de langwerpige ramen.

In de omgeving van Trinidad zijn er vruchtbare dalen waar er suikerproductie was. We zijn naar zo een landschap gaan kijken waar je de suikermolens in de verte kon zien. De suikerbaronnen spreidden hun rijkdom tentoon in de schitterende stadspaleizen van Trinidad, die nu dienst doen als musea. Zo zijn we een museum binnengegaan waar we de meubels van vroeger konden bewonderen. Het interieur van het gebouw is versierd met schitterende muurschilderingen en krulversieringen. Boven de deuren zag ik draperieën geschilderd.

In Trinidad hebben we een demonstratie gekregen van hoe de sigaren gemaakt worden. Een proefkonijn, die hier gratis een sigaartje mocht roken, vond het straf spul of “straffen toebak”.

Daarna zijn we naar een distributiewinkel gewandeld waar men de rantsoenkaart kon gebruiken. We hebben ook de kerk in Trinidad en het centrale plein Plaza Mayor bezocht. Op het centrale plein zijn er langs de zijkant een paar fraaie potten zichtbaar.

En nu even verpozen in de “Canchanchara bar” waar we de lokale specialiteit gedronken hebben: nl de Trinidad kolonial cocktail met oa. rum, honing en citroensap. Dit was wel lekker. Boven onze hoofden in deze bar groeiden de takken van de bomen. Er was ook een optreden van een Cubaanse groep.

Ook hebben we in Trinidad naar een pottenbakker geweest. Dit was een privé bedrijf en niet van de overheid. Hier hebben we ook uitleg en een demonstratie gekregen van het pottenbakken. Er zaten wel artistieke potten tussen waarin mannelijke of vrouwelijke delen in te herkennen zijn.

Vervolgens zijn we met de bus het Cubaanse berglandschap ingetrokken naar Topes de Collantes. De bergen zijn op welbepaalde stukken wel zeer stijl. Je kon op sommige plaatsen begroeiing zien rond de elektriciteitsdraden langs de weg.

Het werd duidelijk dat Cuba banden had met Rusland. Niet alleen door de Lada’s in het straatbeeld. De volgende dag lieten ze misschien wel een paar afgedankte Russische legertrucks aanrukken om ons naar het natuurpark “Guanayara” te brengen in het gebergte. In de trucks werd je op de landelijke bergwegen eens goed van links naar rechts en naar omhoog geschud. Schudden voor gebruik, voor diegenen die ’s morgens vroeg nog niet wakker waren. Het gaf je een adrenalinestoot. Onderweg kon je van de prachtige groene berglandschappen genieten. Hier zijn we de Afrikaanse tulpenboom tegengekomen. Deze boom is geïmporteerd vanuit Afrika.
Na de rit met de truck zijn we gaan wandelen naar de rivier toe in het “Guanayara” park. Onderweg kregen we uitleg over de begroeiing in dit park zoals koffiebonen, anijs, planten die ze gebruiken om luizen mee te behandelen, bomen die het cyaankali gif kunnen afgeven, harde grote vruchten waarmee ze halskettingen kunnen maken, termieten nesten waarmee ze kippen voederen,… De koffieplanten waren aangeplant en de bonen werden vooral uitgevoerd naar Japan. Pas op voor de rode mieren in de koffieplanten bij het plukken van de koffiebonen.
Onderweg zijn we aan een prachtige waterval gekomen. Vanaf hier kon je in de rivier met hindernissen wandelen of langs de rivier op het droge pad lopen. Ik verkies het droge pad hier. De muggen slaan hier onzichtbaar toe. Ze steken je en je weet het niet. Je kon achteraf dan enkele gestoken plekjes zien op je huid. Op het einde was er nog een natuurlijk bassin waarin men kon zwemmen.

Op een vrije namiddag zijn we gaan zwemmen in de Caribische zee. Je kon bijna volledig drijven in deze zee. Wat was deze zee toch zout. De krabben liepen op het strand en verdwenen plots onder het zand. Niet verschieten als je aan het zonnen bent op het strand.

Als er twee bedrijven van de overheid hetzelfde product verkopen, dan is er geen competitie om de winsten te vergroten. Er is geen competitie tussen deze bedrijven om meer te verdienen en producten aan te bieden met de beste prijs – kwaliteit verhouding. Alles gaat er rustig aan toe in deze overheidsbedrijven.

Op de autostrades in Cuba zie je alle voertuigen rijden en zie je van alles gebeuren. De autostrades hebben soms geen lijnen om de rij vakken aan te duiden. De pechstrook is niet afgetekend op het wegdek, dan maar in de graskant met de wagen bij een panne. De wegen zijn licht hobbelig en niet altijd vlak.
De oldtimers of andere voertuigen haalden de bus links in en soms rechts. Langs welke kant rijden ze nu? Ze rijden hier in Cuba rechts. Op de autostrade zie je ook paard en kar, os en kar, een tractor met kar, fietsers, fietsriksja’s, paard en een cowboy, brommers, sidecar, bussen, oldtimers, oldtimer met aanhangwagen, Lada’s, militaire voertuigen, moderne recente wagens, toeristenbussen en overstekende mensen op de autostrade. Zelfs ezels en loslopende honden kan je er zien. Het tragere verkeer houdt zich wel rechts. Gelukkig maar. Soms zijn er niet alleen op en afritten, maar zijn er ook zijstraten. Dan kan de middenberm op de autostrade ook ontbreken.
De modernere wagens kunnen bijvoorbeeld Franse of Japanse merken zijn.
Onderhoudsmensen gaan met de fiets naar de juiste plaats op de autostrade en men begint met een hakmes het hoge gras langs de rijbaan of de middenberm af te doen. Dit is toch veel werk als ze dat allemaal manueel met de hand doen. Verkopers van uien, kaas of andere producten kunnen ook langs de autostrade opduiken. Uiteraard zie je ook de lifters, vooral onder de bruggen en aan de op en afritten. Dieren langs de rijbaan of autostrade kan je ook tegenkomen. Paarden, koeien, geiten,… Op weg naar de stad Cienfuegos waren er langs de kustlijn krabben over het wegdek aan het lopen en eveneens een koe. Eventjes claxonneren en ze haasten zich wel over de rijweg. Gelukkig zijn de koeien niet heilig zoals in India. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba.

Ik zag nog andere eigenaardigheden langs de wegen: een grazend paard op een rond punt en een man op rolschaatsen op de rijweg. Je kan er ook verkeersborden opmerken met verbod van paard en kar en verbod van fietsers in de straat of autostrade. De politie rijdt er rond met een Lada.
Er rijden redelijk wat fietsen rond, soms met 2 of 3 op één fiets. Ook op de brommers zitten ze met meer. Je kan evengoed een militair in kaki leger uniform op de fiets zien.
Op een verkeerspunt kan je in het midden in de hoogte 1 verkeerslicht zien en een licht voor de 4 verschillende rij richtingen. De draden naar de verkeerslichten zijn zichtbaar in de hoogte. Op twee hoekpunten van het kruispunt staan houten palen waarlangs de draad naar beneden komt. Dus de draad voor het verkeerslicht loopt diagonaal over de weg in de hoogte.
Als je in het verkeer achter een militair voertuig rijdt kan het gaan met een slakkengangetje.
Alle tegenliggers worden gedwongen door een militair op een moto met hun oldtimers of andere voertuigen in de graskant te rijden.
Zo heb ik ook een oldtimer gezien die op het dak een matras vervoerde. Deze matras was niet gebonden op het dak van de wagen. De bestuurder hield de ene kant vast en de bijzitter de andere kant. Zo heb ik ook grote houten platen zien vervoeren.

Wat gebeurde daar in de Lada op de pechstrook langs de autostrade in de graskant? Het ging er hevig aan toe. Was dit een vrijend koppel in de Lada? Helaas, de bus reed te snel om dit juist te kunnen interpreteren. Maar ja, alles is mogelijk hier.
Hou je aan de snelheid hier, want de politie staat langs de kant van de weg klaar met hun “speed gun”. Je mag 3 keer per jaar te snel rijden alvorens je het rijbewijs kwijt bent. En de boetes zijn zeer laag als ze je betrappen op te snel rijden. De oldtimers hebben minder last van een te hoge snelheid op de autostrade.

Bij wegenwerken zie je weinig signalisatie. Men was pek aan het gieten op het wegdek bij warme temperaturen hier . Alle wagens reden in de graskant rustig voort. Dit is de Cubaanse pechstrook. Gewoon langs de werkzaamheden voorbijrijden is de boodschap, zonder de tegenliggers te hinderen. Door het weinige verkeer daar ging dit nog zonder veel problemen.
Anders wie weet, bij veel verkeer was het een grote chaos. Ook in de steden zie je openingen in het wegdek waaruit buizen en elektriciteitsdraden komen die nog niet verbonden zijn. Er is absoluut geen signalisatie die wijst op gevaar. Hopelijk rij je met je oldtimer niet in deze put.

We komen aan in de havenstad Cienfuegos. Men noemt deze stad “de parel van het zuiden”. Langs de baai zie je wel veel rokende hoge schoorsteenpijpen. Er staan enkele fraaie gebouwen op het centrale plein met in het midden het standbeeld van José Marti, de vader van de Cubaanse onafhankelijkheid. Daarnaast zie je nog een kathedraal, een theater en kleine souvenirwinkeltjes.

Hier hebben we postkaarten gekocht. Men schrijft de aankoop van alle verschillende kaartjes op een papier. Het computertijdperk is hier blijkbaar nog niet aangebroken. In een zekere winkel schreef men zelfs een nietszeggende code uit 14 cijfers, die op de verschillende postkaarten stond, één voor één over. Je moest wel tijd hebben. Zo is het normaal dat de rij langer werd aan de kassa.
Bij het geven van een briefje van 20 peso’s (= ongeveer 15 Euro) sloeg men in paniek en kon men niet terug geven. Zulke grote bedragen zijn ze toch niet gewoon hoor. En het gebeurde hier verschillende keren dat men problemen had om terug te geven.

Buiten het centrum hebben we ook een prachtig paleis aan de zee met veel speelse versieringen gezien in Moorse stijl. Dit paleis steelt de show door zijn pracht en omvang hier in Cienfuegos.

In de restaurants moet je geen culinaire hoogstandjes verwachten. De Cubaanse keuken is simpel en dus geen gecompliceerde keuken. Na enkele dagen had ik het gevoel dat het altijd hetzelfde was wat we te eten kregen. Een voorgerechtje met nogal groene tomaten, augurken, maïs, …
Het hoofdgerecht bestond voornamelijk uit rijst gekookt met bruine bonen, zodat de rijst een bruine kleur kreeg. In het oosten van Cuba is de rijst meer geel omdat ze het te samen met maïs koken. Soms gebruiken ze daar naast maïs ook erwten in de rijst. Als vlees is het vooral varkensvlees en kip op het menu. Soms was er ook vis en rundvlees als keuze. Als dessert krijgen we regelmatig zoetigheden zoals bijna gesmolten ijs. De Cubanen houden van zoetigheden. Daarom zie je regelmatig te veel dikke Cubaanse mannen en vrouwen rondlopen. Dit komt door te veel suiker bij het eten en het zich niet aantrekken welk figuur ze hebben.
Als afluiter krijg je nog een klein kopje koffie met suiker. Helaas de melk voor de koffie is er niet. Koeien melken doen ze hier niet.

Tijdens het eten is er altijd een optreden van een Cubaans groepje. Op het einde van de reis had je ook door dat het altijd de zelfde traditionele Cubaanse nummers waren die ze speelden. Zoals “Guantanamera” en “Commandante Ché Guevara uit Santa Clara”. Na hun optreden kwamen ze rond voor de fooien en om hun CD te promoten. Cuba is nu eenmaal één van de muzikaalste plekken op aarde. Overal te lande, op pleinen, op terrassen kunnen ze opduiken. De bevolking lijkt geboren te zijn met een perfect gevoel voor ritme en het vermogen fantastisch te kunnen dansen. Er worden veel trommels, trompetten en gitaren en andere instrumenten gebruikt bij hun optredens. De Afrikaanse invloeden, afkomstig van de vroegere slaven, zijn duidelijk merkbaar in de ritmische Cubaanse muziek.

Eventjes naar het toilet gaan. Aan het toilet zit er meestal een toiletmadam die een velletje WC papier verkoopt. Hopelijk heb je geen diarree of je zal niet toekomen met je velletje WC papier. Het gebruik van de toiletten is gratis. Ook hier kan alles: De WC bril die er niet is, het doorsassen van de WC gaat niet. De WC’s zijn niet tot boven afgesloten en je kan bij de buur kijken. De overheid zal controle willen uitoefenen zeker bij het gebruik van de toiletten. Zelfs de urinoir werkte niet en de WC madam gooide er een emmertje water in om het te reinigen.
En nu terug aan tafel, smakelijk eten verder.

Ook zijn we naar een krokodillenkwekerij geweest. De krokodillen worden hier gefokt in moerassige gebieden. Hier konden we een show met een krokodillentemmer volgen. Hier was het mogelijk om een jonge krokodil in je nek te laten zetten of ze zelfs te strelen. Of een baby krokodil op je schouder te laten zetten voor een mooie foto of ze zelfs met de hand vast te nemen.
De volwassen krokodillen kunnen tot honderd jaar worden en zijn grote luiaards. Soms liggen ze hier roerloos met opengesperde mond. Zelfs een stok in hun mond steken of er tegenaan duwen deed hun niet bewegen. Enkel de krokodillenkwekers slaagden er in de krokodillen wakker te krijgen.
Daarna zijn we met een speedboot in de lagune gaan varen naar een eiland toe. Deze lagune of “Laguna del Tesoro” is het grootste natuurlijk gevormde binnenmeer. Alsof we op een paard zaten gingen we op en neer in de boot door de golven van een tegenliggende speedboot. Op dit eiland is er een namaak van een indianendorp nagebouwd. Hier kan je beelden zien van de indianen in opvallende houdingen, gemaakt door een Cubaanse beeldhouwster. De “yeke yeke” klanken weerklonken hier. In de indianenhut kregen we een inwijding bij de indianen. We werden geverfd met strepen en cirkels en opgehemeld met tromgeroffel. Desnoods mocht je een dansje wagen met de lokale schone indiaanse vrouw. De verschillende eilanden zijn daar verbonden met elkaar door pittoreske houten bruggen. Dan zijn we terug gevaren met de speedboot in de lagune. Je kon hier de verschillende vogels observeren, de begroeiing en de mangrove.

Het eiland Cuba is sinds lang een irritant steentje in de schoen van de supermacht Amerika.
Na de Spaanse kolonisatie volgde er eigenlijk een bezetting van Amerika. Er werden in de jaren voor de revolutie (1959) vele casino’s en bordelen opgericht door de maffiabazen om zich te verrijken. Cuba was voor de Amerikanen het buitenlandse Las Vegas in die periode. Cuba kende toen zwakke en corrupte regeringen. Dictator Baptista uit die tijd liet alles gebeuren en wilde ook rijkdom hiermee vergaren voor zichzelf. Na de revolutie in 1960 heeft de Cubaanse regering vele Amerikaanse bezittingen in Cuba onteigend, zoals olieraffinaderijen, suikerfabrieken, telefooncentrales, zonder compensatie. Als vergelding stelde Amerika een handelsembargo in tegen Cuba. Deze koude oorlog tussen Cuba en Amerika gaat nu nog steeds door. In 1961 is er een aanval geweest van Amerikaanse marineschepen in Varkensbaai. Fidel Castro en zijn troepen hebben ze teruggedreven en een kopje kleiner gemaakt. Langs de weg, in de nabijheid van Fidel Castro’s basis, staan op regelmatige afstand gedenkstenen voor de slachtoffers bij de aanval in Varkensbaai.

Daarna zijn we gereden naar de hoofdstad Havana met 2,2 miljoen inwoners. Cuba heeft in totaal ongeveer 11 miljoen inwoners. Wat mij opviel aan deze grootstad, is dat men het fileprobleem hier nog niet echt kent. In alle grootsteden van de wereld kennen ze het fileprobleem. Maar in Havana heb ik geen stilstaand verkeer gezien. Het verkeer is wel iets drukker hier dan buiten Havana, maar er zijn geen files. Weinig mensen kunnen zich een eigen auto aanschaffen en nemen dus de bus, fiets of liften om zich te verplaatsen.

Nu zijn we op weg naar de Vinales valei. In deze valei kan je rood-bruinachtige vruchtbare grond zien waarop het ideaal is om aan tabaksteelt te doen. Eerst zijn we bij een tabaksboer langs geweest waar hij in een A-vormige tabaksschuur met strodaken de tabaksbladeren aan het drogen was. Het drogen neemt 45 tot 60 dagen in beslag. Daarna zijn we naar een uitkijkpunt gegaan met een prachtig uitzicht op de Vinales valei. Hier kan je enorme kalkstenen heuvels (of “mogotes”), bedekt met groene vegetatie, steil uit de bodem van de vallei zien oprijzen. Je kan de tabaksplantages hier zien met de tabaksschuren. De tabaks bladeren worden met de hand geoogst.

De gedroogde tabaksbladeren gaan naar een tabaksfabriek waar ze verder moeten rijpen. In de tabaks fabriek die we bezocht hebben waren er ongeveer 30 mensen, voornamelijk vrouwen de sigaren aan het rollen. Eerst gaan ze de tabaksbladeren rollen, steken ze daarna in een drukpers, vervolgens gaan ze nog eens extra gedroogde bladeren bijrollen. Dan snijden ze beide uiteinden af en werken ze één kant af met een tabaksblad. In deze ruimte mocht het niet vochtig zijn, omdat anders de kwaliteit van de sigaren in gevaar kwam. In deze hal hield een mannelijke supervisor een oogje in het zeil om te zien dat het vooruit ging. Sigaren rollers krijgen een 9 maanden lange opleiding. Per dag kan 1 iemand zo een honderd sigaren rollen. Het is allemaal manueel werk. Er stond wel een machine voor de kwaliteitscontrole, maar die was buiten gebruik en was in de fabriek reeds een museum stuk geworden.
Alvorens te rollen deed men eerst de nerven uit het blad. Dit gebeurde door 2 mensen. Deze oudere man hier, misschien wel over de pensioengerechtigde leeftijd, zat tijdens zijn werk en tussen al dit geploeter van zijn sigaartje te roken en te genieten. De kwaliteitscontrole gebeurde ook door 2 mensen, hier werd enkel de lengte en de diameter nagezien. In een andere ruimte gebeurde de sortering van de sigaren op kleur en werden ze in kistjes gedaan met een mooi sigarenbandje rond de sigaar gewikkeld. Ze moesten hier wel op een harde stoel zitten. Het waren dus geen comfortabele werkomstandigheden hier. En dan nog de toeristen die op je vingers zitten te kijken tijdens je werk. De fabricagegeheimen in deze fabriek mochten we niet fotograferen. De sigaren mochten we wel kopen. Geef mij dan maar de sigaren die gerold zijn op de billen van een schone Cubaanse vrouw. Bij het buitenkomen uit de fabriek was er weer iemand die aan het bedelen was om een stukje zeep.

Nadien zijn we in de Vinales vallei zelf gereden en hebben we op één van deze kalkstenen heuvels een monumentale muurschildering van ongeveer 120 meter hoog en 180 meter breed gezien. Je kan hier onder andere voorhistorische dieren en mensen in ontdekken. Fidel Castro gaf de opdracht voor deze muurschildering.

Onder de kalkstenen heuvels zitten grotten en ondergrondse rivieren. Zo zijn we naar een ondergrondse grot gegaan en hebben we een boottochtje gedaan op de ondergrondse rivier. Vooraleer we in de boot mochten stonden we eventjes in de rij. Ondertussen druppelde het water op onze hoofden naar beneden. Hier kan je je verbeelding laten spreken. Je kan allerlei figuren op de rotswanden zien, zoals onder andere een krokodil, een piratenschip, een doodskop, enz… Iedereen kan er van maken wat hij wil. En toen zagen we terug het licht aan het einde van de ondergrondse tunnel.

Daarna zijn we nog naar de Vinales stad gegaan. Hier zien we een klein pleintje met een aardig kerkje.

In Cuba hebben de voertuigen verschillende kleuren. Een blauwe nummerplaat is een wagen van de overheid, een gele is van een privé persoon, een rode voor toeristenwagens, een groene voor militairen, een oranje voor buitenlanders die in Cuba werken, een zwarte voor ambassadeurs in Cuba en een witte voor regeringsleiders. De nummerplaat begint met de letter van de stad, zoals bijvoorbeeld de H van Havana of de M van Matanzas. Voor de stad Cienfuegos is het de letter F, want de C is reeds gebruikt voor een andere stad.

’s Avonds zijn we met de oldtimer naar het stadscentrum van Havana geweest. Ik heb in een Pontiac van het jaar 1954 gezeten. Raampje open, arm uit het raam en rijden maar. Nu nog een sigaar en ik voel me een echte Cubaan. De claxon deed het nog. We zijn langs het plein van de revolutie gereden. Hier zie je een verlichte Ché Guevara. Eveneens zijn we langs het verlichte Capitool en langs de universiteit van Havana gereden. Je zag een lange wachtende rij voor het ijssalon. De Cubanen zijn bereid een uurtje of 2 in de rij te staan voor een bolletje of 2.
Langs de lange kade zie je ’s avonds op de kaaimuur verschillende jongeren naast elkaar zitten. Dit is vooral om met elkaar sociaal contact te hebben. Met de oldtimer kunnen we in de kleine straten rijden. Zo zijn we terecht gekomen in de “Belgica street”. We zijn ook gestopt in hotel “Nacional” en hebben een kijkje binnen kunnen nemen. Boven op een rotswand ligt dit vijfsterren juweel uit 1930 met twee torentjes. Hier zat de maffia in de jaren 1930 met al het geld. Andere belangrijke grootheden hebben hier gelogeerd in dit hotel. Daarna hebben we nog een Cuba Libre gedronken in een typische bar in het oude stadscentrum van Havana. Weer muziek en dans hier.

In de straten van Havana zie je in de nachtelijke uren geen prostitutie meer langs de straten. De revolutie heeft Cuba ontdaan van zonden zoals prostitutie en gokken. Prostitutie is er verboden. Natuurlijk zal er prostitutie zijn, maar het is verborgen en alles wordt geregeld onder de tafel. Alleen weet ik niet of het een grote of kleine tafel is. Ik zag in de late uren nabij het hotel langs de straat een vrouw met echt wel een kort rokje in een Lada wagen stappen. We interpreteren dit nu dan maar dat ze een lift nodig heeft.

In het straat beeld worden we teruggebracht naar de jaren 50 met al deze benzine verslindende Amerikaanse oldtimers. Het lijkt wel of Cuba’s geschiedenis heeft stilgestaan sinds Fidel Castro aan de macht kwam en het veranderde in een communistische staat, afgesloten van de rest van de wereld. De recentere wagens die we ook zien passen eigenlijk niet in het straatbeeld om het plaatje volledig te maken. Cuba is eigenlijk het grootste levende museum van oldtimers. Deze auto’s kan je tegenkomen zonder lichten, met een losse bumper, volledig verroest, enz… Een niet te herstellen wrak stond zelfs langs de kant van de weg in het hoge gras verder weg te roesten.
In de stilte van de late avond, hoor je als het ware het gerammel van alle onderdelen van een naderende oldtimer op de hobbelige straat.
De meeste Cubanen kunnen zich geen nieuwe auto permitteren. De Cubanen moeten zeer vindingrijk zijn om deze old-timers te blijven laten rijden. Er zijn soms geen onderdelen meer te vinden. Misschien wel op de zwarte markt. Je ziet tamelijk veel wagens langs de kant staan met de motorkap open. Of zijn ze langs de straatkant een band aan het vervangen. Je kan ze onder de motorkap en op de motor zien zitten met eromheen enkele vrienden om aan de wagen te sleutelen. Langs de weg heb ik een wagen gezien met de motorkap naar boven en alle verschillende onderdelen van de wagen lagen verspreid op de grond. Hopelijk heeft hij zijn wagen voordat het donker werd in orde kunnen krijgen. Doordat er soms geen onderdelen beschikbaar zijn, moeten ze vindingrijk en creatief zijn om de wagens te blijven laten rijden. De Cubanen lijden onder een gebrek aan alles, behalve vernuftigheid.

Ik kan nog andere voorbeelden geven van hun vindingrijkheid. De reparatie van dingen is een geknutsel van jewelste. Men gebruikte een hangslotje om de koffer te laten sluiten. Een WC sas deed het niet meer: Men gebruikte een flesdop en een slappe koord om het probleem te verhelpen. Door gebrek aan een voedingsadapter voor de televisie van een Euro stekker naar een platte 110V stekker, dan gebruiken ze simpelweg 2 draadjes. Desnoods zouden ze kikkers in je kamer zetten om de muggen te verdrijven. Door hun vindingrijkheid verhogen ze hun creativiteit om oplossingen te genereren voor de problemen. De Cubanen durven buiten de lijntjes te kleuren in hun denken. Ze denken buiten de lijntjes van de veiligheid, die bij ons zo belangrijk is en ze denken ook buiten de lijntjes van de schoonheid. Als het maar werkt denken ze.

Ook de fietsen kunnen ze langs de kant van de weg zitten te repareren. Bij een fiets zag ik een zelf geknutseld kinderzitje uit hout op de middenstang van de fiets gemonteerd.

We zijn in Havana met de bus ook in een wijk gereden waar alle ambassadeurs wonen. Dit zijn bewaakte grote villa’s hoor. In Cuba mag je geen onroerend goed kopen of verkopen. Als ze willen verhuizen dan doen ze aan woningruil. De ambassadeurs zullen niet willen ruilen hoor.

Men kan hier in Cuba wel eigenaar van een woning worden. De overheid duidt mensen aan die een woning kunnen verwerven en men betaald af aan de overheid. Cuba is dus niet volledig communistisch, anders waren alle huizen in bezit van de overheid. Maar er gebeuren hier ook koopjes onder de tafel. Van foefelen kennen ze ook iets.
Ook wagens kunnen niet zomaar overgaan naar een andere eigenaar door te verkopen. Er is daar zelfs geen autoverzekering.

We zijn ook naar een natuurreservaat “Las Terrazas” geweest. Meer dan 150 jaar geleden was er hier een koffieplantage die werd bewerkt door gevluchte Fransen uit Haiti. Nu kan je er een museum zien met onder andere een draaimolen om de koffiebonen te pletten.
Vroeger in de jaren na de revolutie was er hier geen begroeiing en op deze heuvels hebben ze terrassen gemaakt en soms geïmporteerde bomen uit Zuid-Amerika laten planten. Je kan hier een boom met een roodachtige schors zien. Het hout is ideaal om er o.a. doodskisten of zelfs potloden mee te maken. Wat ook opvalt hier in Cuba is dat de palmbomen zeer hoge lange stammen kunnen hebben. Je kan de gieren of andere vogels hier rond zien vliegen.
Met de inkomsten uit het toerisme gaat men investeringen doen in een nabijgelegen opgericht modern dorp. Hier hebben we een hotel bezocht waar een boom door het dak groeide. Verder zijn we naar een opvangtehuis geweest voor kinderen en de locale bibliotheek. Het rusthuis in de streek zijn we ook gepasseerd. Eventjes zwaaien naar oma en opa die in de schommelstoel aan het genieten zijn van het landschap.

Daarna zijn we naar een riviertje geweest om te rusten of pootje te baden. Hier kunnen de mensen ook iets eten van de reuzenbarbecue of een rum cocktail drinken.

Het onderwijs in Cuba is gratis. De overheid betaald de studies. De leerboeken worden dan doorgegeven aan anderen. Je bent dan wel verplicht om 2 jaar voor de overheid te werken. Pas daarna kan je van job veranderen.

Terug in Havana, hebben we ditmaal overdag het plein van de revolutie gaan bekijken. Hier kan je een gebouw zien met de afbeelding van Ché Guevara met zijn baret. Dit gebouw doet dienst als ministerie. Aan de overkant zie je een stervormige obelisk van 142 meter hoog met erbovenop het standbeeld van José Marti. Op dit sombere plein worden de grote politieke bijeenkomsten gegeven. Hier hield Fidel Castro, een advocaat en politiek activist, in zijn hoogdagen zijn legendarische absurd lange speeches. 14 uur is zijn record. Het was de belangrijkste communicatie met zijn volk dat met een miljoen mensen op het plein stond. Castro’s hypnotiserende redevoeringen zorgden ervoor dat hij het volk al spoedig in zijn greep had. Hij zweepte daar het publiek op tot nieuwe inspanningen. Viva Fidel: “Un mundo mejor es posible” of een betere wereld is mogelijk.
Waar bevind Fidel Castro zich nu? Niemand weet het, het is een groot geheim. De CIA heeft hem al verschillende malen een kopje kleiner willen maken. Voor sommigen is hij een symbool, anderen verafschuwen hem vanwege de ontberingen die ze moeten lijden. Deze mensen zouden in de rij willen staan om hem ook te vermoorden.

Na de machtsoverdracht in november 2007 aan zijn broer, zijn er veranderingen zichtbaar in het land. De Cubaanse regering stelt het land ook voorzichtig open voor kapitalistische marktwerkingen. Het is nu mogelijk om een computer, internet en een GSM aan te schaffen.
Vroeger keurde de overheid elke vorm van godsdienst af, maar dit is nu ook aan het veranderen. Zelfs kerstdag is nu een officiële feestdag geworden in Cuba sinds 1997. Naast het Rooms-katholicisme is er ook een Afro-Cubaanse religie.

We zijn ook naar een park geweest met het standbeeld van John Lennon, zittend op een bankje. Bij dit standbeeld loopt er een bewaker. De bijhorende bril is in het bezit van de bewaker. Tijdens het wachten op een bus toeristen is de bewaker aan het genieten van zijn sigaartje. Als er een groep toeristen afkomt, schiet hij in actie en zet hij de bril op de neus van het John Lennon standbeeld. En nu kunnen we schone fotootjes maken naast John Lennon op de bank. De bewaking was nodig, want de bril was vroeger al 2 maal verdwenen.

We zijn ook in een artistieke wijk geweest waar je Afro-Cubaanse kunst kan zien. Er is invloed van Afrika, door de vroegere slaven, op de Cubaanse kunst. Hier zie je badkuipen in de lucht, een versierde totempaal, geschilderde muren en andere kunstige creaties uit metaal en andere materiaalsoorten. Binnenshuis in een soort atelier kon je ook schilderijen bewonderen van een kunstenaar. Ook hier weer zat de kunstenaar te genieten van zijn sigaar. Misschien kwam de inspiratie en creativiteit er wel door zijn sigaar, die hem een verlichte geest bezorgde.

’s Avonds hebben we onze beste kleren aangedaan om naar de Tropicana show te gaan, welke begint om 22u. Deze club werd hier in Havana opgericht in 1939. Hier kom je in contact met de rijkere Cubanen en andere toeristen natuurlijk. De vrouwen kregen aan de ingang een bloem en de mannen kregen een sigaar cadeau, om van te genieten tijdens de show. Voor 8 mensen kregen we 4 rum flessen erbij en enkele versnaperingen. We zaten hier wel in de open lucht. Hopelijk begint het hier niet te regenen. Tijdens de show zien we op het ritme van de Cubaanse muziek veel dans en zang. De verklede vrouwen hebben pluimen van voor, van achter en van boven. Of ze dragen karakteristieke kroonluchterachtige hoofdtooien in de show. Je zou je ogen tegelijkertijd naar voor, naar links, naar rechts en naar boven gericht moeten hebben om het spektakel volledig te kunnen bewonderen. Er was beweging langs alle kanten. Deze versierde dansacts werden afgewisseld met circus acts van het genre Cirque de Soleil. Hier kwam er een superlenige vrouw op het podium, die erin slaagde met de achterkant van haar hoofd haar achterwerk te raken. Het is haast niet te geloven hé, maar toch heb ik het gezien. In deze middens spreken ze van een slangenvrouw. In een ander circusact werden verschillende mensen op elkaar gestapeld. Ziezo, de sigaar, de drank, de versnaperingen zijn op, en het doek is gevallen over de show. We kunnen dus terug naar het hotel.

We zijn naar een uitzichtpunt aan de baai geweest waar je een prachtig overzicht hebt over de stad Havana. Je kan hier het Capitool zien: de koepel ervan beheerst de skyline. Op dit punt hebben ze ook een Christusbeeld geplaatst. Ze noemen dit punt “El Cristo”. In de nabijheid van de baai is er ook een fort zichtbaar. Raketten en tanks zijn hier op verschillende plaatsen ook zichtbaar in het straatbeeld.

Een beetje verder, in de nabijheid van het fort, was er een winkel waar er een zeer lange sigaar lag. De Cubaan “Jose Castelar Cairo” heeft verschillende Guinness world records op zijn naam van de langst handgerolde sigaar. In April 2005 bracht hij het record op 20.41m. Momenteel is het record in november 2006 door een Amerikaan op 30.78m gebracht.

Wat eigenlijk over gans Cuba opvalt is dat de woonhuizen in een vervallen staat zijn. De dakpannen ontbreken of liggen scheef. Het dak is golvend in plaats van schuin naar beneden. Een orkaan zou bij sommige huizen de daken gewoon kunnen wegblazen. Er zitten scheuren in de muren. De balkonleuning is verroest. Het ziet er haast uit alsof er een bombardement is geweest. Sommige huizen staan op instorten. Ze zijn verrot tot op het bot. De brokken kunnen uit de ondersteunende zuilen gevallen zijn. Verwaarlozing hebben de gebouwen in sneltempo in verval gebracht. Ik heb sommige huizen gezien die ze ondersteunen met een houten skelet opdat het niet zou instorten.
Plots bij een houten deuropening in Santa Clara met een opening kwam er een kleine jongen doorkijken. Hij woonde blijkbaar in dit te slopen gebouw. Toch heb ik wel 2 mensen op de reis gezien die hun huis aan het schilderen waren. Dit is voor mij wel een uitzondering op de bevestigende regel dat ze hun huizen niet verven en onderhouden. Als je hier bent geweest, zal je leren opknapwerken aan je eigen woning, die volgens U dringend zijn, te minimaliseren. Je gaat je misschien minder druk maken om een muurtje dat je nog niet geverfd hebt.

Soms zie je dat ze een tweede verdieping bouwen boven een huis en de bakstenen liggen willekeurig op een hoopje. Hier bij het bouwen zie je geen gestructureerde aanpak. Op de daken zie je nog oude TV antennes.

Vervolgens zijn we naar het historische oude stadscentrum geweest en er een wandeling door gemaakt. Oud Havana bezit zoveel prachtige koloniale gebouwen met balkons en soms waaiervormige gekleurde glazen. In het oude stads centrum tracht men wel restauratie werk te doen van de koloniale gebouwen. Zodat je hier wel geschilderde muren kan zien. In het stads centrum zag ik restauratie werken aan de gang. Normaal plaatsen ze bij ons een stelling voor het gebouw om op grote hoogte veilig te kunnen werken. In Cuba doen ze het weer anders, misschien wel iets minder veilig. Boven aan een kanteel van een gebouw zat er een touw rond dat diende als draagkracht om de man tegen te houden en te beschermen tegen de wetten van de zwaartekracht. Hij voerde dan aan de gevel van het gebouw restauratie werken uit. Het werkmateriaal kon via een balkon doorgegeven worden.

In het oude stads centrum van Havana zijn we naar de kathedraal “San Cristobal” gaan kijken dat op een centraal plein ligt. Deze kathedraal heeft een eenvoudig en degelijk interieur. Op dit plein stond er een terrasje waar je zou kunnen verpozen. Of soms kan er hier ook een markt zijn. Verder zijn we naar een hotel gaan kijken in Cubaanse barok. Ook zijn we naar een ander hotel geweest waar de schrijver Ernest Hemingway regelmatig verbleef. Deze schrijver is gekend van “De oude man en de zee” waarvoor hij de Nobelprijs literatuur won. Je kan hier foto’s aan de muur zien hangen van Ernest Hemingway. Verder zijn we ook naar een museum geweest van Ernest Hemingway. Hier kan je zijn standbeeld zien aan de toog. Hij was nu eenmaal een zuipende activist. Verder is er nog een café waar er opschriften zijn van verschillende beroemde klanten op de muren. We passeerden ook een winkel waar men jachtgeweren verkocht en een brandweermuseum.

In het stadscentrum zie je ook de eivormige gele coco-taxi’s rondrijden en paard met koets voor de toeristen.
Er lopen veel bloemenmeisjes, piraten en andere verklede mensen rond waarmee je op de foto kan komen. Ze duwen dan een dikke sigaar in je mond voor de foto. Hiermee kunnen ze een centje bijverdienen. Anderen spelen muziek op de pleinen. Anderen beginnen in een korte tijd een karikatuur van je te tekenen. Dan zijn er ook nog mensen die zich aanbieden om als locale gids te spelen. Nu ja, we hadden er al één. Anderen verkopen kranten in het oude stads centrum. Genoeg leven dus in de stad.

Daarna zijn we naar een lokale markt geweest waar je vooral souvenirs kan kopen of etenswaren. Je kan op deze markt veel prachtige schilderijen bewonderen. Hier lag een verkoper op de markt in zijn stoeltje zelfs te slapen. Het was dus mogelijk om zijn kraampje ondertussen leeg te plunderen.

Via het “Central Parque” zijn we naar het Capitool gewandeld in Havana. Dit is een kopie van het Capitool in Washington. Vroeger zetelden hier de senatoren en afgevaardigden. Nu zetelen hier de Academie en het ministerie van wetenschappen.
Aan de trappen van het Capitool, waar we een groepsfoto kunnen maken werden we 100 jaar terug in de tijd gekatapulteerd wat betreft de fotografie. Hier gebruikten ze een fototoestel van meer dan 100 jaar oud. Het zag er uit als een houten bak op drie pikkels. Een vindingrijke manier weer om een centje bij te verdienen. Ze hebben de groepsfoto gemaakt op de trappen van het Capitool. Bij het maken van de foto zat hij met zijn hand in het toestel of houten bak en haalde er een blanco foto uit. Men legde dit dan in een water oplossing en de zwart wit foto verscheen erop. Nog eventjes bijknippen en klaar is kees. Direct kreeg hij een grote bestelling te verwerken. Oei, door onze bestelling bezorgen we deze man stress. Schitterend toch die Cubanen, het zijn straffe gasten. Het was een plezier om naar te kijken.

In Cuba kan je veel suikerrietplantages vinden. Het “witte goud” heeft veel rijkdom gebracht in Cuba. Het riet wordt ontdaan van de bladeren en het sap wordt eruit geperst. Dit sap wordt gebruikt als basis voor rum.

We zijn dan ook naar een rum fabriek geweest. We kwamen eerst terecht in de stapelplaats met vaten. Hier kregen we uitleg van een dikke Cubaan, een stand-up comedian, die veel show aan het verkopen was en met zijn sigaar tussen zijn vingers aan het zwaaien was. Zijn uitleg kwam over als: We vermengen de vaten, we roeren en het komt dan in de flessen terecht. En nu big business en dus vlug naar de verkoopszaal van de rum en sigaren. Hier moet het geld rollen, niet in de stapelplaats met vaten. De verpakkingsafdeling van de rum flessen zijn we met razende speed voorbij gewandeld. Veel van het productie proces hebben we hier niet gezien. Ze kunnen hun productie geheimen van de rum toch niet prijsgeven zeker. We hebben toch wel hier van de rum kunnen proeven. De cacao rum vond ik niet slecht en deze blijft wel nasmaken. Volgende rum cocktails zijn er mogelijk: De Cuba libre (coca cola en rum); de Mojito (rum, suiker, limoensap, muntblaadjes en water) of de Daiquiri (rum,suiker, limoensap, gemalen ijs en een ander drankje).

woensdag 13 augustus 2008

Reisverslag Oost Cuba


Met “Air Cubana” zijn we vroeg naar “Santiago de Cuba”, aan de oostkant van Cuba, gevlogen. Dit is namelijk de tweede grootste stad van Cuba. De rugsteun van de zetels in het vliegtuig zijn soms zeer buigzaam. Alles kan in Cuba. Het vliegtuig vloog over en tussen de bergtoppen van het Sierra Maestra gebergte. Dit is het gebergte waar Fidel Castro met zijn troepen een guerrilla oorlog heeft gestart tijdens de revolutie. Het luchthavenpersoneel op de tarmac stak de vingers in de oren om het geluid van ons vliegtuig te doen verminderen. Bij gebrek aan een koptelefoon of oordopjes om het geluid te dempen zeker. Als plan A niet gaat, hebben de Cubanen nog plan B in petto. Desnoods is er nog een plan C en plan D om een probleem op te lossen. Met plan E en plan F bewijzen ze hun creativiteit en vindingrijkheid. Moesten ze nog plan G en plan H uit hun hoed toveren, dan zijn het wel straffe gasten die Cubanen.

Hier op de luchthaven zag ik ook nog een voorhistorische dubbeldekker landen.
In de luchthaven heb ik iemand ontmoet die ik kende van een vroegere reis. In Zaventem was ik ook reeds oude bekenden tegen gekomen van een vroegere reis, die dezelfde rondreis in Cuba deden. Het leek hier wel op een reünie in Cuba.

In Santiago de Cuba was het de week van het Carnaval. Dit werd in de koloniale tijd ingevoerd om de slaven de kans te geven om de teugels eens los te laten en te vieren. Bij aankomst ben ik direct op verkenning gegaan. Het leek hier wel de Gentse feesten in Cuba. Veel volk, bier zuipen, eten, muziek optredens, kermisattracties, verkoop van prullen. Enkel de hamburgers werden vervangen door broodjes met varkensvlees. Je zag hier typische bekers voor bier te koop, vaak opgestapeld tot hoge torens. Ik zag dat sommigen zelfs kieskeurig waren bij de keuze van hun beker. Sommige Cubanen zag je hier rondlopen met het bier in “tupperware” potten, anderen gebruikten een afgesneden cola fles of nog anderen vulden een volledige plastieken cola fles. Plots kwam er een grote tankwagen met bier aan. Men stond aan deze tankwagen in de rij, met de beker in de hand, om het bier te verkrijgen. Of het was drummen aan de kraampjes met bier. Aan dit kraampje was de rij eventjes niet belangrijk.
Tijdens het carnaval laten de Cubanen de rum links liggen en gaan ze zich bezatten met bier. Zelfs een militair liep hier rond met bier in de hand. Door het warme weer heb ik hier toch maar een blikje “Cristal” en “Buchanero” bier besteld.
Iemand anders stond hier in het openbaar op het carnaval zijn tanden te poetsen en bijna voor de mensen hun voeten zijn mond uit te spoelen. Alles kan je hier zien. Zelfs ineengestoken houten WC barakken.

Tijdens de avond stroomde het volk massaal toe. Het fiesta tropical in Cuba kon in alle hevigheid losbarsten met salsa en rumba ritmes. Het carnaval in Santiago de Cuba geldt als het beste in gans Cuba en zelfs in het Caribische gebied.

Op het carnaval ben ik tussen grijze bouwvallige huizen, kleurrijke kermisattracties voor kinderen tegen gekomen. Dit was zeker de moeite waard om de technologie hiervan te bekijken en te bestuderen.
Neem nu de schommelboot. De motor stond op het wegdek en de draad voor de stroomtoevoer liep naar de huizen. Er zat ook iemand langs de zijkant op een schommelboot en deze trok aan een hendel en liet die weer los. Door aan die hendel te trekken spande hij de aandrijfriem aan van de motor en deze dreef een ketting aan die de boot in één richting deed zwaaien. Door de hendel los te laten zwaaide de boot automatisch terug naar de andere kant.
De persoon die de schommelboot bestuurde mag toch niet in slaap vallen hoor, of de schommelboot zou volledig rond zijn as draaien. Men bond ook een fles met water aan de zijkant van de schommelboot. Met een darmpje kwamen er druppels water op de aandrijfriem terecht en dit diende als afkoeling ervan. Schitterend toch om dit geknutsel te zien.

Wat is het verband tussen een luchtmatras in de vorm van een dier waarmee je normaal in het zwembad gaat liggen drijven en een draaimolen. Zij combineren die twee tot ze een nieuwe kermisattractie hebben voor kinderen.

Op het carnaval heb ik ook een inéén geknutselde ijs machine gezien en ook een apparaat om suikerspinnen te maken. Alle bedrading, motoraansturing, allerhande recuperatiemateriaal van ijzer en hout was allemaal zichtbaar in de machine. Het meest fantastische is, dat deze ijs en suikerspin machine nog werken ook. De Cubanen verdienen van mij olympisch goud voor vindingrijkheid, creativiteit en knutselen.

In Santiago de Cuba stonden ze massaal te wachten op de bus. Busje komt zo. Maar niets is zeker in Cuba. Als er dan een bus komt, is hij zo vol dat er hoofden tegen het busraam plakken of dat er hoofden uit het raam steken, niet alleen voor lucht, maar ook omdat er binnen geen ruimte is.
De meest opvallende bus zijn de kamelenbussen. Dit is een truck met een bultige aanhangwagen. Daarnaast zie je nog modernere metrobussen met een harmonica in het midden, oudere verroeste bussen, gele Amerikaanse schoolbussen en omgebouwde vrachtwagens die dienst doen als bus. De passagier stappen hier via een trap achterin op. Je denkt dat in die omgebouwde vrachtwagens 60 mensen kunnen, maar er komen er bijna honderd uit. De naast elkaar gestapelde koeien in de vrachtwagens hebben hier meer ruimte dan de mensen.

Daarnaast rijden er hier ook veel brommers rond. Ze hebben nog een extra helm bij de hand en doen eigenlijk dienst als taxi. Mensen langs de weg laten de brommer stoppen, betalen, zetten de gekregen helm op en rijden mee. Een kind kan je gerust nog op de brommer bijzetten voor dezelfde prijs, maar dan zonder helm natuurlijk. Alles kan en is mogelijk in Cuba. De motorbestuurders hebben maar 1 helm bij, die er eerder uitziet als een fietshelm. Big Business hier het transport van mensen met de brommer.

Plots zag ik vanuit de hotelkamer een enorme rookwolk en rookgordijn in het straatbeeld. Oei! Wat is er hier aan de hand? Waar rook is zal er vuur zijn dacht ik. Ik zag dat de mensen er allemaal kalm bij stonden. Er zou een wagen in de straten rijden die iets in de lucht spoot tegen de muggen. Het was dus een gigantische aanval op de muggen. Tijdens het regenseizoen zijn er veel muggen en dan rijden er regelmatig zulke sproeiwagens rond. Wat een stank buiten! Het leek wel de welriekende dreef. Helaas de muggen in mijn hotelkamer zijn nog niet verdwenen hoor. Uit de verschillende verouderde voertuigen die je zag rondrijden kwam er ook een grote zwarte rookwolk uit de uitlaat. Naast het vervoeren van mensen doen de zwarte uitlaatgassen van de wagens eigenlijk ook de muggen verdwijnen. Je zou bijna kunnen denken dat de voertuigen hier een dubbele functie hebben.

Er is pas party voor de Cubanen als er 3 ingrediënten aanwezig zijn: er moet muziek zijn, rum om te drinken en varkensvlees om te eten. Voor mij is er eigenlijk nog een 4e belangrijk ingrediënt nodig voor een goede party. Ja natuurlijk, mooie Cubaanse vrouwen.
Inderdaad, de Cubanen zijn verzot op varkensvlees. De varkenskoppen zie je regelmatig buiten hangen in de kraampjes of winkels. Toen we op weg waren moest onze bus op de remmen staan. Er werd namelijk een varken aan de leiband over de straat getrokken. Het varken bood koppig weerstand, want het wilde zich nog niet laten wassen. Er liep nog een tweede man mee die het varken stokslagen toediende. De varkens zorgen hier voor amusement in Cuba.
Bij een ander tafereel dat ik zag lag er een varken in het midden van de weg. Het verkeer kon deze weg niet inrijden. Het varken lag gebonden met de vier poten en er stonden een massa mensen rond het varken op de grond. De slachting van het varken kon beginnen. Hygiëne bij de slachting is maar een detail voor de Cubanen. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba. Smakelijk eten en Leve het varken. Op het carnaval in Santiago de Cuba zag je hier en daar het volledige gebraden varken op een tafel liggen met kop en staart. Hieruit sneden ze het vlees en maakten er een broodje met varkensvlees van.
Zelfs Ché Guevara had de bijnaam “El Chancho”, het Varken, omdat hij zich zelden waste. Misschien is hierdoor het varken zo populair in Cuba.

Na de lunch in het “El Morro” restaurant hebben we, aan de ingang van de baai in Santiago de Cuba, het Spaanse “El Morro” fort uit de 17e eeuw bezocht. Hier had je een prachtig uitzicht op de kustlijn en de baai. Binnen in het fort kan je de kanonnen en de kanonskogels zien. In dit fort kan je ook het piraterij museum bewonderen. Hier werden vroeger veel schepen gekelderd die de baai wilden binnendringen. Een fort met veel kanonnen, torentjes, kerkers, trappen, zalen en souvenirwinkeltjes. Vlakbij het fort stond er ook nog een vuurtoren. De gieren vlogen over de ingang van de baai. Oei, wat zien we hier. Een verloren gelopen leguaan.

De was van de mensen kan je overal zien hangen: op het dak van de huizen, langs de straatkant of op de balkons. En hier in Santiago zag ik voor het drogen van de was, plan D in uitwerking: De volledige was is over de verschillende struiken gelegd om te drogen.

Daarna zijn we naar het historisch centrum geweest van Santiago de Cuba. Op het centrale plein van de stad kan je het raadhuis met het balkon zien waar Fidel Castro op 1 januari 1959 zijn eerste overwinningstoespraak heeft gehouden voor het welslagen van de revolutie.

Op het dak van hotel “Casa Grande” op dit plein had je een prachtig uitzicht op de stad. Je kon van hieruit de verschillende vervallen huizen aan de binnenkant zien. Hier zag ik zelfs op een dak zonnepanelen. Dit is hier zeldzaam en dus wel een verre sprong in de toekomst hier op Cuba.
Op de daken van de huizen kan je TV antennes zien. Ook zie je soms een grote verroeste water tank op het dak staan. Op andere plaatsen vindt je die ook gewoon naast het huis. Soms gebruikt men ook golfplaten op het dak in plaats van dakpannen. Deze zijn dan enorm verroest.

De ramen en gevels van huizen waren ter gelegenheid van 26 juli versierd met versneden blikken van bier en cola.
Op het centrale plein kon je ook een prachtige kerk zien. Een ander juweeltje op het plein dat we bezocht hebben is het oudste pand van de stad. Dit was het woonhuis geweest van de eerste gouverneur Diego Valasquez. In de 16 de eeuw waren er hier handelsbeurzen en werden er goudvoorwerpen tot goudstaven gesmolten. De smelthoven was er nog te zien. Op de bovenverdieping resideerde de gouverneur. Je kan de Moorse stijl elementen van het pand bewonderen. Op de benedenverdieping kon je kostbare interieurs uit vroegere stijlperiodes zien. Het geziene voetbadje hier uit vroegere tijden zou mij wel kunnen inspireren om de voeten te verwennen na een flinke wandeling in de stad. Toch maar een verwenbeurt genomen in het zwembad.

In het stadscentrum zag ik ook Lada’s waarop ze achteraan een spoiler gemonteerd hebben. Bij een andere Lada werd de carrosserie verhoogd ten opzichte van de wielen. Ze gaan hier zelfs van de verroeste Lada’s nog race en rally wagens maken ook.

Er passeert hier nu een vrouw met knalblauw geverfd haar. Ze zou beter de gevel van haar huis blauw geverfd hebben.

Om klokslag 12 uur werd ik wakker geschoten door het vuurwerk. Vanuit mijn kamer heb ik het vuurwerk kunnen bewonderen. Het is nu 26 juli, een feestdag in Cuba (Victoria de las ideas). Overal in Cuba is er verwijzing naar de 26ste juli. Zelfs de bushokjes langs de zijkant zijn hier gemaakt in de vorm van nummer 26. Op 26 juli 1953, op carnavalsavond, heeft de jonge advocaat Fidel Castro met zijn groep revolutionairen de Moncada kazerne proberen te bestormen. Doordat iemand de verkeerde schoenen droeg is deze inname van de Moncada kazerne mislukt. Ook al was er een verlies, toch wou men deze datum herinneren. Men geloofde dat dit het begin was van een nieuwe beweging en men was ervan overtuigd dat men verder moest doen om Cuba te bevrijden van dictator Batista. Daarna is Fidel Castro gevangen genomen en zijn leven werd gespaard. Er werd amnestie gegeven aan alle politieke gevangenen halfweg de jaren 55, waarna Fidel Castro en zijn volgelingen naar Mexico zijn gevlucht. In Mexico leerde hij Ché Guevara kennen en oefende men zich in guerrillatechnieken. Op 2 december 1956 keerde Castro terug naar de oostkant van Cuba met de boot (de “Granma”) en voerde een guerrilla oorlog tot het volledige gebied bevrijd was.
We hebben een bezoek gebracht aan de Moncada kazerne. Je kon hier nog de verschillende kogelgaten in de muur zien van toen men de aanval uitvoerde.

Op het plein in de Moncada kazerne stonden verschillende stoelen opgesteld voor de toespraak ’s avonds van president Raoul Castro. Ook de spreekstoel stond daar al klaar. Deze kazerne wordt goed bewaakt. Je zou er nu niet meer in het geheim kunnen binnendringen hoor. In elk van de 5 regio’s in Cuba is er op 26 juli een feest. Elk jaar is er ook een competitie onder de regio’s. De regio die zich het best ontwikkeld heeft het afgelopen jaar, kan de festiviteiten organiseren met president Raoul Castro als gast. Dit jaar heeft Santiago de Cuba de hoofdvogel afgeschoten, zodat de belangrijkste festiviteit van de 26 juliviering in de Moncada kazerne plaatsvond. Het hoogtepunt van de avond was de toespraak van Raoul Castro. In november 2007 heeft Fidel Castro de macht overgelaten aan zijn broer Raoul. Mijn hotel bevond zich dus op minder dan 1 km van de Moncada kazerne waar Raoul zijn toespraak deed. Alle radio’s en TV’s in het hotel stonden aan en men luisterde of keek aandachtig naar zijn toespraak. Ik vond geen slapende Cubaan meer in het hotel. Terwijl ik juist op onze nationale feestdag, bij de 21 juli toespraak van onze koning zou slapen. Op TV zag je dat de Moncada kazerne vol zat en op commando zwaaide men met een kleine nationale Cuba vlag of met de kleine zwart en rode 26 juli vlag.
Achter de spreekstoel zag je een grote foto van Fidel Castro. President Raoul Castro verwees in het begin van zijn toespraak naar de foto van de grote Fidel Castro. Voor de rest zal zijn toespraak wel positieve peptalk zijn naar de Cubanen toe.

’s Avonds ben ik naar de carnavalsstoet gaan kijken, die door de hoofdstraat zou trekken. Iedereen stond in de rij om binnen te geraken in de betalende zone om de stoet met verklede mensen te kunnen zien passeren. Wij kregen een voorkeursbehandeling zoals VIPs die enkel maar te beurt kan vallen en we moesten niet in de rij gaan staan. Na het betalen van 1 Peso convertibles (= 0.75 Euro) mochten we direct onder de afsluiting naar de zone waar de carnavalsstoet passeerde. De Cubanen betalen eigenlijk nog veel minder met hun Cubaanse Peso’s om binnen te geraken. Men was ook nog bezig de houten afsluiting aan het verstevigen, juist voor de stoet zou aankomen. Alles kan en alles is mogelijk in Cuba.
Hier verkocht men pinata’s, dit zijn nootjes die men in gedrukt recyclagepapier wikkelt. De snoepjes konden we voor 1 Peso convertibles kopen om uit te delen aan de kinderen. Op het geluid van de Cubaanse muziek passeerde ons de stoet van verklede mensen. Je zag hier poppen die de kinderen in het publiek aan het schrikken bracht, veel dansende kinderen, een gevormde draak, toverfeeën, praalwagens, enz…

We zijn op het Plein van de Revolutie in “Santiago de Cuba” naar het ruiters standbeeld gaan kijken van de held Antonio Maceo. Deze generaal speelde een belangrijke rol bij de onafhankelijks oorlogen tegen de Spaanse bezetter in de 19e eeuw. Op dit plein stonden ook de praalwagens die gebruikt werden in de carnavalsstoet.

Vervolgens zijn we naar het kerkhof Santa Ifigenia gegaan waar verschillende historisch belangrijke Cubaanse figuren begraven liggen. Het meest opvallende bouwwerk is het mausoleum van José Marti. Elk half uur is hier een korte ceremonie bij de aflossing van de wacht. We konden dit spektakel van nabij bewonderen. José Marti, de vader van de Cubaanse onafhankelijkheid. Deze held speelde een belangrijke rol en was de stem tijdens de tweede onafhankelijks oorlog. Hij waarschuwde ook voor het groeiende Amerikaanse imperialisme (De kolos uit het noorden).
Op het kerkhof konden we ook het graf zien van de Bacardi familie, bekend van de Bacardi rum. Ook het graf van de vrouw en moeder van Antonio Maceo was er te zien.
Vele graven zijn van wit marmer, soms met een borstbeeld. De Cubanen hebben toch een zekere angst voor de dood en houden het ver van zich af. Crematie wordt er wel gedaan, maar nog heel weinig. Op het kerkhof zie je ook een zuil met de namen van alle gesneuvelden tijdens de aanval op de Moncada kazerne op 26 juli 1953.
Cuba eert al zijn helden die iets gedaan hebben om Cuba te bevrijden.

Aan het grafmonument van Manuel de Céspedes wapperde de Cubaanse vlag. Het rood in de vlag staat voor het bloed tijdens de onafhankelijks oorlogen, de ster voor solidariteit en vrijheid. De vijf strepen staan voor de 5 vroegere provincies: het blauw staat voor de hemel en het wit voor de zuiverheid van de Cubaanse idealen. De rode driehoek in de vlag staat voor de idealen van de Franse revolutie (liberté, égalité, fraternité).

Daarna zijn we in contact gekomen met het katholieke geloof in Cuba. We zijn naar “El Cobre” gereden, het bekendste bedevaartsoord van Cuba. De witte kerk kun je reeds van op een afstand zien liggen omgeven door het groen en op een bergflank. Langs de weg worden bloemstukken verkocht, met opvallend veel zonnebloemen. De bedevaarders betreden de kerk langs de achterkant om bij het beeld van de “Virgin del Cobre” te bidden en kaarsen te branden. Meegebrachte bloemen en geschenken worden gecontroleerd en rond het altaar bijgezet. Tijdens ons bezoek was er in de kerk een plechtigheid bezig: verschillende kinderen werden er tegelijkertijd gedoopt. Het is een kerk met veelkleurige ramen.

Van Santiago de Cuba gaat de reis met de bus verder naar Baracoa, de oudste stad van Cuba. Plots zagen we langs de weg verschillende mensen op een dikke rubberband zitten in een meer. Deze mensen waren aan het vissen. Bij ons zitten ze langs de kant te vissen of van op een boot.

Langs de kustlijn zien we prachtige rotsformaties, resultaat van de eeuwenlange golfslag van de Caribische zee. Fossielen liggen hier zomaar voor het rapen. Het landschap wordt ook veel droger, zelfs woestijnachtig met hoge cactussen.

Een beetje verder komen we in de provincie Guantanamo aan. We kennen dit van het liedje Guantanamera, die een ode is aan een boerenmeisje uit Guantanamo. We kennen Guantanamo ook van de beruchte Amerikaanse marinebasis, met een oppervlakte van 117 km². De bus passeerde de ingang van de marinebasis. Hier mogen geen bussen stoppen om foto’s te nemen. Dan maar een foto genomen vanuit de bus. In de buurt was er ook een controlepost waar de Lada van de politie al klaarstond om uit te rukken en de achtervolging in te zetten. Vanaf een bepaald punt kan je de marinebasis ook in de verte zien liggen.
De Amerikaanse marinebasis is een doorn in het oog van Cuba. Voor hun aandeel in de Spaans-Amerikaanse oorlog, eisten de Amerikanen het recht op een militaire basis in Cuba. In 1901 werd een pachtovereenkomst met een looptijd van 99 jaar afgesloten. In 1934 werd dit verdrag tussen Cuba en Amerika herzien, zodat de Cubanen nog tot 2033 deze “dolk in het vlees van Cuba” (Fidel Castro) moeten dulden. Om zowel politieke als militaire redenen willen de Amerikanen hier niet vertrekken. Er is zeker een spanning tussen Cuba en Verenigde Staten aanwezig.

Dankzij de vijandige houding van de Verenigde Staten is Fidel Castro zo lang aan de macht kunnen blijven. Men had het handelsembargo dat werd afgekondigd in 1961. Fidel Castro gaf het Amerikaanse beleid de schuld van bijna alles wat er mis is in Cuba en gebruikt dit als argument om nog grotere offers van de bevolking te vergen. Hij vond in de Verenigde Staten de geschikte zondebok van alle kwaad. Zolang het embargo voortduurt, dragen de Verenigde Staten bij aan de illusie dat de problemen het gevolg zijn van buitenlandse sabotage, niet van een slecht functionerend systeem. Je zou nu kunnen denken dat hierdoor de Cubaanse bevolking wrok koestert jegens de Verenigde Staten. Eigenaardig genoeg is dit niet het geval. Voor veel Cubanen is Amerika het beloofde land. De positieve gevoelens van de Cubaanse bevolking jegens de Verenigde Staten weerspiegelen het diepgewortelde verlangen naar een uitweg uit de armoede en het isolement. Naast de spanning tussen de twee landen, zijn Cuba en de Verenigde Staten eigenlijk ook als twee salsadansers in een innige omhelzing en ondertussen blijven ze alle twee de salsa verder dansen.

Op weg naar Baracoa wordt de weg steeds heuvelachtiger. Hier beginnen de mooie groene landschappen langs de nieuwe “zwevende” weg “La Farola”. Langs de weg zie je verkopers staan met allerlei eten en andere prullen, waaronder kettingen en schelpen. De felgekleurde Polymita schelpen zijn alleen in deze streek te vinden. De bus stopte hier eventjes om van het landschap te genieten en foto’s te maken. Het welkomstcomité stond hier al te drummen aan de deuren van onze bus. Zoals gieren op een prooi kwamen ze op ons afgevlogen. Niet te doen! Allemaal trachten ze hun waar te verkopen. De verkopers blijven aandringen, in het oosten is er duidelijk meer armoede dan in de rest van Cuba. Sommige verkochten de specialiteit van de streek, nl de cucurucho, dit zit in een puntzakje van bananenbladeren. Dit zoete mengsel is gemaakt met oa geplette kokosnoot, sinaasappel, suiker en honing.

Door de afgelegen ligging, is de moderne wereld aan Baracoa voorbijgegaan.
In deze streek moeten ze ook nog de wasmachine ontdekken. Je kan hier vrouwen in de rivier de was zien doen en ze laten het drogen op de oevers, terwijl de kinderen in het water aan het spelen zijn. Ook heb ik hier gezien dat ze de was van hun voertuig doen in de rivier. Gewoon met de oldtimer in de ondiepe rivier rijden en de wagen wassen. Alles kan en alles is mogelijk hier.
Je ziet hier in het straatbeeld ook meer boeren die met 2 ossen en een kar rijden. De tijd is hier blijven stilstaan en het leven gaat hier blijkbaar nog trager.
De streek leek mij armer dan andere streken in Cuba. Je kan hier vrouwen zien lopen met een zak vol goederen op hun hoofd. Misschien wel met de volledige was.

We zijn gaan lunchen aan de oevers van de Duaba rivier. De omgeving van Baracoa is een weelderig, vruchtbaar paradijs waar alles wat denkbaar is lijkt te groeien. Hier hebben we de verschillende vruchten gezien die hier te vinden zijn, zoals cacao, mango, kokosnoot, papaya,…
Tijdens de lunch kregen we de specialiteit van de streek, nl een aperitief met rum aangeboden in een uitgeholde pompelmoes. De soep was uitgeschonken in een langwerpige bamboekom.
Daarna zijn we met een roeibootje gaan varen op de Duaba rivier en hier konden we genieten van de mooie natuur. Hier zag je ook kinderen zwemmen in de rivier.

Nadien bezochten we het Matachin museum (Museo Municipal) in Baracoa. Het is ondergebracht in een fort. Hier kom je meer te weten over de plaatselijke cultuur, religie, geschiedenis, de vele verschillende houtsoorten uit de nabije bossen, archeologische vondsten, informatie over indianen, evolutie van de inwoners in Baracoa, schilderijen, foto’s met bokskampioenen uit Baracoa, informatie over de landing van Christoffel Columbus in Cuba en informatie over Diego Valasquez, stichter van de stad.

Buiten aan de zee, vlakbij het fort, staat ook een indrukwekkend standbeeld van Christoffel Columbus met ernaast een kruis. Dit standbeeld werd geplaatst in 1992 ter viering van de 500ste verjaardag van zijn aankomst in Cuba. Het kruis verwees naar het kruis dat hij in de grond plantte bij zijn aankomst. Een beetje verder konden we vanuit de baai in Baracoa, de berg “El Yunque” zien, die deed denken aan de tafelberg in Zuid-Afrika. In de baai lag er ook een verroest scheepswrak. Bij zijn landing in Cuba beschreef Columbus in zijn logboek een berg met de kenmerken van “El Yunque” in Baracoa. Daarom gelooft men hier dat Columbus op Cuba landde in Baracoa. Dit zou echter meer noordelijker geweest zijn, bij “Gibara”, waar ook een tafelberg voorkomt. Aan de baai is er nu een fort dat dienst doet als restaurant. Ook hebben we een hotel gezien van een glamoureuze Russische immigrante, die er veel beroemdheden te gast had, waaronder Fidel Castro. Wij zaten in een beter hotel hoor hier in Baracoa. Hier een appartementje met uitzicht op zee huren, zou ik toch niet zien zitten hoor. Hoe bouwvallig zijn deze appartementen wel.

Ik heb in Baracoa een Cubaanse jongen gesproken, Pedro was zijn naam. Hij was het hotel langs het strand binnengekomen. Zijn moeder verdiende 10 pesos convertibles per maand. Dit komt overeen met ongeveer 250 Cubaanse peso’s afhankelijk van de wisselkoersen in de banken. Een paar eenvoudige schoenen zag ik tegen 180 peso’s staan aan een kraampje. Hij geloofde niet echt dat de overheid iets kon doen om hun situatie te verbeteren. Hij verafschuwde het gevoerde beleid in Cuba, vanwege de ontberingen die ze moeten doorstaan.

We zijn ook naar een lokale ambachtelijke fabriek gegaan, waar ze in de ene hal kleine bloemstukjes maakten en kleine houten beeldjes. In de andere hal was er een houtverwerkingsbedrijf. De veiligheid in deze hal liet duidelijk te wensen over.

Vervolgens zijn we naar de monding van de Yumuri rivier geweest. Onderweg passeerden we een rots in de vorm van een boog. Dit is de “El Paso de Los Alemanes”. Het zand aan de strandjes in de buurt is hier zwart in plaats van wit. Aan de monding komen we aan in een bouwvallig vissersdorp waar de lokale bewoners ons opwachten. Het bedelen kan beginnen. Begin dus maar uit te delen. Daarna wandelden we een stukje naar boven, volledig omringd door de plaatselijke bevolking. Daar hadden we een prachtig zicht op de Canyon van de Yumuri rivier.

De populairste sporten in Cuba zijn baseball en boksen. Zoals overal in Cuba kan je de kinderen hier baseball zien spelen. Op TV worden ook vaak matchen getoond.
Op straat zag ik plots twee jongens aan het vechten en op elkaar aan het kloppen. Ik heb zelfs ook langs de weg een boksbal zien hangen in een boom. In Havana heb ik een training kunnen bewonderen van jonge toekomstige bokskampioenen. Het zijn knokkers die Cubanen, letterlijk maar ook figuurlijk. Niet alleen hebben ze tegen de Spaanse kolonialisten moeten vechten, maar ook tegen de Amerikanen en het handelsembargo.
Regelmatig zag ik ook basketbalterreinen langs de weg. Er zou hier jaarlijks ook een Ronde van Cuba zijn voor wielrenners.

In Baracoa hebben ze ook een chocoladefabriek. Tijdens een lunch werd er als dessert een chocoladepudding geserveerd. Die was wel heel lekker. De kok stond versteld dat hij hier zoveel succes mee had en kwam af met een nieuwe voorraad chocoladepudding. Van het varkensvlees en de rijst waren er wel nog overschotten, maar niet van de chocoladepudding. Ongelofelijk, de Cubanen overtreffen hier de Belgische chocolade.

Verder zijn we nog naar het stadscentrum van Baracoa geweest. Veel ruiten gaan ze hier niet moeten kuisen, want er zit geen glas in de ramen. Ze gebruiken horizontale houten latten in hun raam die ze kunnen openen en sluiten.
Veel onderhoud hebben ze hier ook niet aan hun houten schuiframen, want je ziet ze nauwelijks verven. Ongelofelijk, langs de straat was er wel iemand die een meubelstuk aan het verven was.
Er was hier wel een muur te vinden was waarop men hun Cubaanse helden schilderde.
De buitenmuren van enkele huizen waren afgewerkt met hout. In Baracoa staan nog veel houten huizen.
We zagen ook een geldtransport de verschillende winkels afrijden om het geld te gaan ophalen. Een gewapende man hield telkens de wacht aan de ingang van de winkel. Ondertussen was er zich buiten een rij aan het vormen.

De openbare telefoontoestellen leken mij tamelijk modern, en passen volgens mij niet in het plaatje hier. Omdat de meeste Cubanen geen GSM hebben, zijn de toestellen wel onmisbaar.
Er loopt veel volk rond op de straat. Je kan hier ook enkele schoenpoetsers zien. Hier zie je veel meer fietstaxi’s rondrijden, dan in de andere steden van Cuba.
Hier heb ik ook gezien dat men salsalessen aan het geven was aan een groep Cubanen. Laat de heupen maar wiegen.

De elektriciteitsmeters staan in een ijzeren bak buiten het huis. Zelfs heb ik het één keer gezien dat men de elektriciteitsmeter op een boom bevestigde. De elektriciteitsleidingen langs de wegen zijn een wirwar en verpesten soms mijn foto’s van prachtige architecturale gebouwen en zelfs van de prachtige landschappen hier.

Nadien zijn we teruggereden naar Santiago de Cuba. Onderweg, zoals overal in Cuba, hangen borden die aansporen tot harder werken en meer patriottisme. Met opzwepende kreten en patriottische leuzen, zoals “luchar y trabajar” (strijden en werken) en “socialismus o muerte” (socialisme of sterven). Andere spreuken in het Spaans zie je langs de weg, zoals onafhankelijkheid, revolutie, vrijheid, eenheid, verdediging, strijden, eenheid voor het vaderland, broederlijkheid, enz… Ook zie je veel opschriften hier die Fidel en Raoul Castro ophemelen. De tekst “Viva Fidel” was met verschillende losse stenen langs de weg zichtbaar gemaakt. Of je kon ook kreten van Fidel Castro lezen op de borden langs de weg zoals: “een betere wereld is mogelijk voor Cuba”. Fidel Castro zijn verjaardag valt op 13 augustus 2008. Hij mag dan 82 kaarsjes uitblazen. Nogmaals “Viva Fidel”.

En nu full speed op de autostrade naar Santiago de Cuba. Wel opletten voor paard en kar op de autostrade. Onderweg kan je ook soms een eigendom of landbouwgrond afgebakend met een cactushaag tegenkomen. Ook kwam er hier zelfs water uit een leiding in het wegdek. De onderkant van de bus kreeg een gratis wasbeurt.
In Santiago de Cuba hebben we nog het huis gezien waar de Bacardi familie gewoond heeft. Nu doet dit dienst als kinderdagverblijf. Hier waren jongeren aan het spelen. Met een zelfgemaakt, geïmproviseerd skateboard uit hout waarop men kon zitten waren ze een helling aan het afrollen.
Bij een standbeeld aan de Moncada kazerne kwamen er spelende kinderen op ons af om te bedelen. Hier zouden ze desnoods zelf het geld uit je portemonnee nemen.
Aan de Moncada kazerne was men alles aan het opruimen van de festiviteiten van de vorige dagen: de verschillende stoelen stonden op de rijweg en werden willekeurig op de truck gesmeten. Ook de spreekstoel stond hier nu langs de kant. Niet iedereen zat even hard mee te werken hoor.

Met een late vlucht zijn we dan teruggevlogen van Santiago de Cuba (Antonio Maceo luchthaven) naar Havana (José Marti luchthaven). Dus van de ene Cubaanse held naar de andere. In de Cubaanse luchthaven maken ze zich niet druk om vloeistoffen die je meeneemt in je handbagage zoals in Zaventem. Alles kan hier. Alleen mijn digitaal fototoestel in mijn handbagage zag er toch gevaarlijk terroristisch materiaal uit. Eventjes het toestel aangezet en een demonstratie gegeven van het digitaal fotograferen. De agent straalde na mijn demonstratie.
Bij iemand anders bleek de zonnecrème misschien wel gevaarlijk spul. De “fun”, die we hier zagen en meemaakten kwam vanuit onverwachte hoek.

Van Havana zijn we naar Varadero gereden. Onderweg kan je veel brandende en rokende schoorsteenpijpen zien afkomstig van de industrie. In het holst van de nacht zijn we met kleine oogjes aangekomen in ons hotel. Vanaf nu kunnen we liggen luieren, met een dikke sigaar op het strand liggen, rum cocktails gaan proeven en drinken aan de bar, salsa muziek gaan beluisteren aan het zwembad, het varken gaan uithangen in de discotheek, ons gaan vervetten met zoetigheden tijdens de buffetten, van de “chica’s” en gerijpte “muchacha’s” gaan genieten aan het zwembad. Alles kan en alles is mogelijk nu. Alle remmen los. Voor mij een “Cuba libre”. Na de rondreis gingen we volgens de reisleider een beetje Cubaan worden omdat we oa de Cubaanse cultuur hier leren kennen en veel varkensvlees gegeten hebben. Tijdens de strandvakantie worden we het volledig: we worden bruiner door de zon en dikker door het eten.

Varadero ligt op een langwerpig schiereiland waar alle toeristische hotels zijn. Het water uit de kraan is weer drinkbaar. Ik ben gaan wandelen op het strand in Varadero en zag er hoeden maken van palmbladen.

Een vijfsterrenhotel in Cuba is er één volgens de Cubaanse normen en niet volgens de Europese normen. Als je het hotel vergelijkt met de vervallen woningen hier in Cuba, dan hebben we niet te klagen en is het inderdaad een super de luxe hotel. Aan details kan je de mankementen in de hotels opmerken: de waterafvoer die niet goed wegloopt in de douche, geen WC papier in de kamer, het stopcontact zat volledig los en is niet veilig, de reparaties zijn zichtbaar van de scheuren in de muur en aan de tegels en een vogel was heen en weer aan het vliegen in de grote inkomhal. In de hotels met iets minder sterren kan dan ook de douchekraan drie straaltjes geven die in alle richtingen liepen, het water dat plots niet meer uit de kraan komt,… Alles kan en alles is mogelijk hier in Cuba.

Tijdens mijn strandvakantie had ik nog goesting om een jeepsafari te doen. Zo gezegd, zo gedaan.
Ik heb in de jeep met een tof koppel uit Canada meegereden. Met de jeeps zijn we eerst naar een plaats aan de zee geweest waar we kunnen snorkelen. Hier stonden ook verkopers met reuze schelpen. Deze snorkeltocht was voor mij de meest prachtige die ik al ondernomen heb. Het water in deze zee was niet zo zout zoals de Caribische zee. Het water was helder en je kon allerlei mooie gekleurde vissen zien, kleine en grote. De diepte varieerde tot misschien maximum 5 meter. Er was onderwater begroeiing op de rotsformaties in het water. Een groep grote vissen die op de bodem aan het zwemmen waren, lokte men met een bus voeding naar boven, zodat je tussen deze grote vissen aan het snorkelen was. Ik mocht deze grote vissen ook eventjes voederen. Ook zag ik een grote groep kleine vissen die bij elkaar bleven. De buitenkant van deze groep kon je met een lijn aftekenen. Er was geen enkele vis die uit de groep kwam. Ze zwemmen altijd parallel naast elkaar. Door bij elkaar te blijven, staan ze sterker en hebben ze meer kans om te overleven bij een mogelijke aanval dan indien ze alleen zouden gaan zwemmen.

De tocht ging vervolgens naar een ondergrondse grot. Hier konden we zwemmen of rustig genieten van de rotsformaties met stalagmieten en stalactieten.

Nadien zijn we meer in de landelijke dorpjes gaan rijden. Hier heb ik een verroeste woonwagen gezien op wielen waar men in woonde. Een TV moeten ze ook hebben want aan de buitenkant was er een antenne geplaatst. Meestal zie je hier regelmatig een paard met kar of een tractor met kar op de wegen rijden. Later zijn we op meer landelijke aardewegen gaan rijden tussen het groen. Eventjes het raam dichtdoen en volle speed door een waterplas rijden. Het begon Parijs-Dakar te worden. Op sommige plaatsen begon het stof op te waaien.

Nu kwamen we aan op het grondgebied van een locale Cubaanse boer, ver weg van de bewoonde wereld. Men werkte hier met twee mensen om de boerderij te runnen. Hier werden verschillende gewassen geteeld zoals suikerriet, bananen, ananas, kokosnoot, maïs, mango,… De boer liep rond met cowboyhoed, botten aan en zijn hakmes bij de hand. Er was op de grond een klein plantje aan het groeien waarvan de bladeren open stonden en naar het licht gericht. Als je dit met je vinger aanraakte dan gingen alle bladeren van dit plantje dicht.

Ook kon men de dieren hier zien in het veld: een koe, een os, de kippen en uiteraard de varkens. Een groep kleine varkens waren hun middagdutje aan het doen. Het was een mooier beeld dan de gebraden varkens die ik heb zien liggen op het carnaval in Santiago de Cuba.

We konden proeven van de verschillende vruchten die men hier oogst. De boer hakte met zijn machete vruchten open, zodat wij konden proeven of ingeval van een kokosnoot, de verse kokosmelk drinken. Ook waren er enkele gebakken bananenchips te eten.

En nu op weg naar een ranch voor de lunch. Deze ranch lag in een mooie omgeving en was bijna volledig omgeven door water. Hier kon je met een waterfiets het water op, of een ritje te paard maken. Met een groepje van 4 ruiters zijn we dan onder begeleiding vertrokken voor een ritje. Je werd er rustig van en het ging op en neer. De begeleider maakte enkele onverstaanbare geluiden en mijn paard ging een beetje naar links. Bij het volgende geluidje gingen alle paarden zich plots 180 graden draaien. Dit was eventjes schrikken.

Vervolgens zijn we door het stadscentrum van het stadje Matanzas getrokken. Onderweg nog een sputterende volgeladen sidecar gezien die een helling aan het oprijden was met een enorme zwarte rookontwikkeling aan de uitlaat. Geraakt hij boven? Doet ie het of doet ie het niet?
Door de wegenwerken hier in het centrum van Matanzas, stonden we bijna stil en kwamen we bijna in een file terecht. Dan zijn we langs een rivier gaan rijden. Langs het water kon je hier veel getimmerde garages op het droge zien voor hun kleine bootjes. Op het dak van deze garages lagen golfplaten.
Een beetje verder zag je een 3 meter hoge spoorwegbrug over de rivier. Van de brug sprongen kleine kinderen in de rivier. Op de spoorwegbrug klommen sommige kinderen zelfs nog ongeveer 5 meter hoger op de brug. Bij ons zou dit verboden zijn en de politie zou er al staan om ze ervan te halen.

Nu zijn we naar een andere plaats gereden aan een rivier. De “fun” bleef maar duren die dag. Daar was er een brug van ongeveer 20 meter hoog, waar men aan benji-springen deed. In deze kronkelende rivier hebben we nog een boottocht gedaan.

Tijdens onze rit met de jeep kwamen we op een weg terecht, vol met putten en kuilen. Deze weg is lange tijd niet onderhouden. Tijdens de ganse rondreis had ik nergens zo’n slecht onderhouden wegen gezien. Hier op deze weg reed er zelfs een grote toeristenbus. Voor de paard en kar was er geen probleem op dit wegdek.
Iedereen begon traag rond de putten te rijden. Ook de tegenligger, een oldtimer was aan het slalommen rond de kuilen. Voor de jeep was het geen probleem als hij dan toch in een put moest rijden. Maar bij de oldtimer zouden er misschien kosten kunnen zijn als hij in zo een kuil in het wegdek zou rijden. Hopelijk houdt de vering stand bij deze rammelbak. Prachtig om zien.

Op het einde van de reis gaan we terug het vliegtuig in naar huis en “Back to the future”. Opmerkelijk is wel dat er in mijn reispas geen stempel staat van Cuba. De Amerikanen kunnen zelfs niet weten dat ik er geweest ben.

Het is weer een leuke en toffe reis in Cuba geworden om in te kaderen. Cuba prikkelt gewoon de zintuigen en de geest. Van deze fantastische reis zullen we nog lang nagenieten. We zullen nog lang met het Cuba gevoel rondlopen. Elke keer we in de rij staan te wachten, mensen zien roken, salsa klanken horen, oldtimers op onze wegen zien of een “dikke sigaar” krijgen van onze baas op het werk dan kunnen we terug het Cuba gevoel opwekken.
Ik wil al mijn medereizigers bedanken voor het welslagen van deze reis.
Verder zou ik de reisleider Sined willen bedanken voor de goede en toffe reisbegeleiding. Ook buschauffeur Jorge tijdens de 1e week en buschauffeur Carlos tijdens de 2de week bedank ik voor het vervoer door Cuba. Dit reisverslag zal misschien anderen aanzetten om ook de natuur, cultuur, architectuur, bevolking , muziek, geschiedenis, het verleden en de Latino power te gaan ontdekken in Cuba. Bezoek je Cuba, dan begint een vriendschap voor het leven.

zaterdag 31 mei 2008

Reisroute in Cuba


1e dag : Brussel - Varadero - Santa Clara

Vlucht naar Varadero met tussenstop in Punta Cana (Dominicaanse republiek). Bij aankomst reist U onmiddellijk door naar Santa Clara met onderweg een korte stop in de toeristische boerderij 'Fiesta Campesina'. Avondmaal en overnachting in het hotel Los Caneyes.

2e dag : Santa Clara - Trinidad - Topes de Collantes

Tocht doorheen de stad Santa Clara met bezoek aan het mausoleum van Ernesto Ché Guevara. Vertrek naar Trinidad. Middagmaal in een typisch karakteristiek restaurant in de stad. Bezoek aan het historische centrum met wandeling langs de Plaza Mayor en de pittoreske steegjes. U bezoekt één van de stadsmusea, een pottenbakker (Casa del Alfarero) en in de sfeervolle Canchanchara-bar kunt U proeven van een gelijknamige cocktail. Daarna doorreis naar Topes de Collantes. Avondmaal en overnachting in hotel Los Helechos.

3e dag: Topes de Collantes - Cubaans bergmassief – Topes de Collantes

Een rit per 6x6 brengt ons naar de Cubaanse bergen en het park “Guanayara”. Geniet van de prachtige berglandschappen met een rijke fauna en flora. Avontuur langs de rivier. Vrije tijd om te baden in een natuurlijke bassin “El Venado”. Middagmaal in een typisch restaurantje. Vrije tijd in de namiddag aan een strand langs de Caribische zee. Avondmaal en overnachting in hotel Los Helechos.

4e dag: Topes de Collantes - Cienfuegos - Havana

Na het ontbijt rit naar Cienfuegos, ook bekend als “De Parel van het Zuiden”, met typische straten en een korte stop bij het “Parque Central”. Bezoek aan een krokodillenkwekerij. Bezoek aan een replica van een dorp van Taino Indianen en een boottocht op de 'Laguna del Tesoro'. Avondmaal en overnachting in hotel Panorama.

5e dag: Havana -Vinales / Vallei van Vinales – Havana

Rit naar de provincie Pinar del Rio en naar de stad Vinales, waar U een sigarenfabriek bezoekt. Hierna trekt U de Vinales vallei in, een klein natuurwonder met o.a. de Mirador van Vinales, de Mural de la Prehistoria (een gigantische rotsschildering op de bergwand van een “Mogote”), de “Grot van de Indiaan”, waar we een ondergrondse boottocht maken. Middagmaal in een restaurant in de buurt. Avondmaal en overnachting in hotel Panorama.
’s Avonds op verkenning met de oldtimer in de straten van Havana. Bezoek aan hotel “Nacional” en een typische bar in het oude stadscentrum met dans en muziek.

6e dag: Havana - Pinar del Rio – Havana

Rit naar natuurreservaat “Las Terrazas”, gelegen in de provincie Pinar del Rio, waar U kennis maakt met de tradities en gewoontes van de bevolking. Bezoek aan de ruïnes van de koffieplantage 'Buena Vista'. Na het middagmaal rit naar Havana om de bezienswaardigheden van de moderne wijken te bezoeken. Rit naar de residentiele zones van het moderne Havana, met kort bezoek aan het plein van de revolutie, het standbeeld van John Lennon. Bezoek aan het Callejon de Hamel, waar U de afro-cubaanse kunst kan ontdekken. Avondmaal en overnachting in hotel Panorama. ’s Avonds een excursie naar de befaamde Tropicana show in Havana.

7e dag: Havana

Na het ontbijt wandeling in het historische centrum met zijn prachtige koloniale architectuur. Trekpleisters van Havana zijn: het Capitool, het grote theater, El Cristo, waar u een schitterend panoramisch zicht hebt op de stad, en het Museum van de Revolutie. Middagmaal in een restaurant in het oude stadscentrum. Bezoek aan de rumfabriek Bocoy, met rondleiding en degustatie. Avondmaal en overnachting in hotel Panorama.


8e dag: Havana – Santiago de Cuba

Transfer naar de luchthaven van Havana voor een binnenlandse vlucht naar Santiago de Cuba. Middagmaal in een typisch restaurantje. Bezoek aan het “El Morro” fort. Vanaf het “El Morro” fort hebt U een prachtig zicht op de kustlijn, de baai en de stad. Avondmaal en overnachting in hotel Las Americas.

9e dag: Santiago de Cuba

Ontdek het veelzijdige Santiago de Cuba en zijn cultuur en geschiedenis. Rit langs het Plein van de Revolutie Antonio Maceo en het kerkhof Santa Ifigenia, begraafplaats van een aantal historische Cubaanse figuren. Bezoek aan het bedevaardsoord van El Cobre, de thuis van de patroonheilige van het land. Middagmaal in een typisch restaurantje. Wandeling door het historische centrum van Santiago de Cuba met o.a. Plaza Dolores en de Moncada-kazerne. Avondmaal en overnachting in hotel Las Americas.

10e dag: Santiago de Cuba - Baracoa (210km)

Na het ontbijt vertrek naar Baracoa, de oudste stad van Cuba en de landingsplaats van Christoffel Columbus. Onderweg stopt U even in de streek van Guantanamo. Geniet van de mooie landschappen langs de “La Farola” weg richting Baracoa. Middagmaal in een restaurant aan de oevers van de Duaba rivier. Boottocht op de Duaba rivier. Bezoek aan de stad Baracoa en het museum Matachin, waar U kennis maakt met de plaatselijke cultuur en religie. Middagmaal in een typisch restaurantje. Avondmaal en overnachting in hotel Porto Santo.

11e dag: Baracoa - Santiago de Cuba (250km)

Bezoek aan een lokale ambachtelijke fabriek in Baracoa. De belangrijkste bezienswaardigheid in de buurt zijn 'El Paso de Los Alemanes', een rots in de vorm van een boog, het Manglito strand en de canyon van de Yumuri rivier, één van de mooiste landschappen van het land.
Hier neemt U deel aan het traditionele, landelijke leven in een dorp nabij Baracoa. Daarna terugkeer naar Baracoa en vrije tijd in het stadscentrum. Terugkeer naar Santiago de Cuba langs de “La Farola” weg. Avondmaal en overnachting in hotel Sol Melia.

12e dag: Santiago de Cuba - Havana - Varadero

Bezoek aan het museum “Casa de Diego Velazquez” in Santiago de Cuba. Middagmaal in restaurant aan de baai. Transfer naar de luchthaven voor binnenlandse vlucht naar Havana. Nadien transfer naar hotel Tryp Peninsula Varadero voor verlengd strandverblijf.

13e dag: Varadero

Vrij verblijf in hotel Tryp Peninsula.

14e dag: Varadero - Matanzas - Varadero

Een jeepsafari in de streek, met mogelijkheid tot snorkelen, bezoek en mogelijkheid tot zwemmen in een ondergrondse grot, bezoek aan een boerderij en plantages op het platteland. Middagmaal op een ranch. Mogelijkheid om paard te rijden of te waterfietsen. Doortocht in het centrum van de stad Matanzas. Boottocht op een rivier nabij de stad Matanzas. Vrij verblijf in hotel Tryp Peninsula

15e dag: Varadero - Brussel
Ontbijt en transfer naar de luchthaven in Varadero voor de terugvlucht naar Brussel.

16e dag: Brussel

Aankomst ’s morgens vroeg in Brussel.

zaterdag 17 mei 2008

Informatie over Cuba

Havana

Havana is de hoofdstad van Cuba. Ooit een van de grootste havens ter wereld, de sleutel tot de nieuwe wereld ten tijde van de Spaanse kolonisatie. De stad is het politieke en culturele hart van het land. De oude stad, Habana Vieja, ligt aan de haven omgeven door een prachtige baai en drie forten getuigen van haar historisch belang. Het is een unieke verzameling oude monumentale bouwwerken daterend uit het Spaans-koloniaal tijdperk. De oude stad contrasteert dan ook fel met de moderne strakke gebouwen van de nieuwe stad. Maar overal heerst dezelfde zonnige, levendige sfeer. Havana is niet voor niets door de Unesco uitgeroepen tot 'Patrimonium van de Stedebouw'! De fraaie strandjes buiten de stad zijn nog in volle ontwikkeleing en de Cubanen komen er regelmatig het weekend doorbrengen. Met haar Amerikaanse oldtimers en kitscherige cabaretten die het straatbeeld bepalen, lijkt het wel of de tijd hier heeft stilgestaan.

Varadero

Door de Cubanen zelf als "het mooiste strand ter wereld' bestempeld! Deze bestemming ligt 140 km te oosten van Havana op een smalle landtong. Varadero zelf strekt zich uit over 23 km en is de grootste en populairste badplaats van Cuba: een schitterend wit en breed zandstrand en kristalhelder water met een onvoorstelbare waaier van kleuren. Oorspronkelijk werd dit schiereiland bewoond door vissers en zoutdelvers, maar tegenwoordig is het volledig gewijd aan het toerisme: mooie hotels, gezellige straatjes met bars en restaurants, allerlei watersportmogelijkheden,... Hier kunt U uw favoriete sport beoefenen, uitrusten in een sfeertje van zalig nietsdoen en ontspanning of genieten van een bruisend nachtleven met zwoele Caribische ritmes.

Santiago

Het onvermoeibare Santiago heeft een glorierijk verleden: de stad diende voor de conquistadores als uitvalsbasis van hun tocht door het Amerikaanse continent en werd zo de eerste stad van Amerika. Van hieruit werd ook het startsein gegeven voor talrijke revoluties.

Baracoa

Baracoa werd opgericht in 1511 door Diego Velazquez en is de oudste en ook de meest oostelijke stad van Cuba. De aparte sfeer heeft de stad te danken aan haar unieke ligging. Gedurende meer dan 4 eeuwen was ze immers enkel toegankelijk via de zee. Dit veranderde in de jaren 1960 door de bouw van de 'Farola', een kronkelige weg langs de bergflank.

Vinales

De vruchtbare vlakte van vinales is één van de mooiste streken van cuba waar de beste tabak ter wereld wordt geteeld.


Cienfuegos

Cienfuegos, de parel van het zuiden, is een echt bouwkundig juweeltje in neoklassieke stijl en werd door Franse kolonisten opgericht.

Trinidad

Deze stad, in 1988 door Unesco tot werelderfgoed uitgeroepen, zit vol verrassingen en wordt beschouwd als een museumstadje met de klinkerweggetjes, de koloniale gevels, traliewerk aan de ramen,.... Nergens op Cuba vindt U een koloniale stad die zo mooi bewaard is gebleven. Deze koloniale stad is gelegen tussen de suikerrietplantages.

Klimaat

Cuba heeft een zeer aangenaam, subtropisch klimaat dat geniet van een zachte zeebries. De periode van november tot mei is droog. Het zogenaamde regenseizoen, van juni tot oktober, wordt gekenmerkt door heftige, maar korte regenbuien en een iets hogere temperatuur.

Cubaanse salsa

Zoals "soul" de kern van de Afrikaanse Amerikaanse muziek beschrijft, zo draait het in de Latijns Amerikaanse muziek om ‘salsa'. De letterlijke betekenis van "salsa"' is saus.

Sinds de jaren zestig wordt de naam "salsa" gebruikt als koepelwoord voor een groot aantal van de Latijns Amerikaanse muziekstijlen, zoals o.a. de rumba, de guaracha, de mambo, de danzon en de son montuno. Al deze muziekstijlen zijn afkomstig uit diverse landen, zoals Porto Rico, Cuba, Colombia en de Verenigde Staten.
Een belangrijk instrument in de salsa muziek is de clave. Dit zijn twee zware ebbenhouten stokjes die het ritme aangeven. De Clave verbindt het ritmische patroon van zang, muziek en dans.

De hedendaagse salsa muziek is vooral ontstaan in de Verenigde Staten, toen in de 20ste eeuw veel Cubanen en Portoricanen afzakten naar het beloofde land. Door allerlei muzikale invloeden zoals o.a. jazz is de door ons bekende salsa ontstaan. Anders dan de traditionele Salsa is de recente Salsa veel sfeervoller en krachtiger.

Geschiedenis

Bij zijn eerste ontdekkingsreis stuit Columbus in 1492 op de noordkust van Cuba. Het eiland wordt een Spaanse kolonie. Na de uitroeiing van de oorspronkelijke indianenbevolking worden slaven uit Afrika aangevoerd, die de suikerindustrie tot bloei brengen.

In 1868 komen de Cubanen voor het eerst in opstand tegen de Spaanse kolonisator. Tien jaar later wordt de opstand neergeslagen. In 1895 volgt een tweede bevrijdingsstrijd, onder leiding van de dichter en revolutionair José Martí. In 1902 wordt Cuba onafhankelijk, maar het eiland is in feite niet veel meer dan een semi-kolonie van de VS, die de marinebasis Guantánamo en heel wat economische macht verwerven. Het eiland verwordt tot één groot casino en bordeel voor de Noord-Amerikaanse maffia.

Vanaf de jaren 1950 groeit het verzet tegen de dictatuur van Batista, en op nieuwjaarsdag 1959 bevrijden de revolutionairen van Fidel Castro en Che Guevara het land. Tijd voor drastische hervormingen: de afschaffing van het grootgrondbezit en de herverdeling van het land, de nationalisering van grote bedrijven, de verhoging van de lonen en de verlaging van de kosten van huur, elektriciteit, geneesmiddelen,… De VS zien dat met lede ogen aan en stellen in 1960 een economische blokkade in. Cuba richt zich tot de Sovjet-Unie, dat zijn belangrijkste handelspartner wordt. Cuba begint een socialistische koers te varen, waarbij de staat zorgt voor werk, gratis onderwijs en gezondheidszorg. Ondanks de economische blokkade gaat de levensstandaard met sprongen vooruit.

Als de Sovjet-Unie zichzelf ontbindt en het socialisme vaarwel zegt, weigert Cuba te volgen. Want de socialistische principes en praktijk hebben de Cubaanse bevolking geen windeieren gelegd: ze staat er beter voor dan in gelijk welk ander Latijns-Amerikaans land. Maar Cuba raakt wel zijn belangrijkste handelspartners kwijt en het hele productiesysteem raakt ontregeld, wat tot een fikse economische crisis leidt. De VS hopen het koppige eiland de genadeslag te kunnen toedienen en verscherpen hun blokkade. Ze maken hun waslijst van ondermijningspogingen, sabotage en aanslagen tegen Cuba nog wat langer. Andere landen werden onder druk gezet om hun handel met en investeringen in Cuba te staken.

De Cubaanse revolutie maakt een zeer moeilijke periode door. In augustus 1994 bereikt de economische crisis zijn hoogtepunt. Grondige economische hervormingen worden doorgevoerd: het toerisme wordt in versneld tempo uitgebouwd, buitenlandse investeringen worden aangetrokken, het dollarbezit wordt gelegaliseerd, de landbouw wordt grondig hervormd… Dat alles werpt zijn vruchten af. En dankzij een succesvol diplomatiek offensief van Fidel Castro geraakt het land ook meer en meer uit zijn isolement. De VS zullen het wel nooit nalaten om hun lastige zuiderbuur te blijven bedreigen, maar op de zeedijk van Havanna staat een waarschuwing: “Heren imperialisten, wij hebben absoluut geen schrik van u!”